is een benaming voor hen, die afkomstig zijn van Nazareth. In het N.T. wordt alleen Jesus zelf op verschillende plaatsen (Marc. i : 24; 10 : 47; 14 : 67; Luc. 4 : 34 e.a.) met deze bijnaam aangeduid (elders als Nazoreeër).
Later worden met deze naam (of met Nazareeërs of Nazoreeërs) ook de Joden-Christenen aangeduid.