(afgeleid van Lat. monstrare, tonen) is een metalen liturgisch vaatwerk, waarin de H. Hostie zichtbaar ter aanbidding wordt uitgesteld.
De Hostie is gevat in de gouden of vergulde lunula (een houder in de vorm van een cirkel of halve maan) en moet achter glas zijn ingesloten. De monstrans heeft zich ontwikkeld uit de reliekenhouder en heeft in de loop van de tijd tal van vormen gekend.
De oorsprong van het gebruik de H. Hostie in de monstrans zichtbaar te tonen moet in Duitsland worden gezocht (einde 14de eeuw).
Deze oorsprong hangt samen met de devotie die in het begin van de 13de eeuw tot het tonen van de H. Hostie na de consecratie had geleid.
In de 15de eeuw werd de uitstelling van het H. Sacrament, behalve op het Sacramentsfeest, herhaaldelijk door regionale synoden verboden.
In de 16de eeuw is het gebruik echter algemeen geworden. Sindsdien wordt de H.
Hostie bij de Sacramentsprocessie in de monstrans rondgedragen. In de 14de en 15de eeuw gebeurde dit waarschijnlijk gewoonlijk in de pyxis (zie ook Expositie). c. A. B.