is in meer algemene zin de aanstelling door de bevoegde kerkelijke overheid tot een ambt in de kerk, dat jurisdictiemacht vereist; in bijzondere zin, meer gebruikelijk, de zending tot de ambtelijke verkondiging en verklaring van de katholieke geloofs- en zedenleer in preek en godsdienstonderricht. Zij kan verbonden zijn aan het ambt zelf, zoals de geestelijken in de zielzorg dit bezitten, terwijl voor anderen (ook leken) een speciale volmacht vereist is, te geven door de wettige overheid (can. 1328) (zie Katholieke Actie). G.
D.G.
