is de naam van het derde boek van de Pentateuch. Aan de Levieten (zie Levi) was het onderricht in de thora opgedragen en daar Leviticus een voortzetting geeft van de wetten in Exodus met sterke nadruk op het priesterlijke, geeft de Latijnse naam een bondige samenvatting van de inhoud.
Men kan het boek in vier stukken verdelen: de wetten betreffende het offer (1-7), de priesters (8-10), de reiniging (11-16), de heiligheid (17-27). Het laatste deel betreft de spijzen (17), het geslachtsverkeer (18), het zedelijke levensgedrag (19-20), priesters en feestdagen (21-23), de eredienst (24), sabbatsjaar en jubeljaar (25).
De historisch-critische wetenschap hield Leviticus voor een jong gedeelte van de Pentateuch en schreef het auteurschap toe aan een priesterlijke schrijver, aangeduid door P (= Priestercodex; zie Pentateuch). De laatste tijd echter heeft men ook in de critische kringen meer en meer oog gekregen voor de oude achtergronden van Leviticus, althans wat betreft grote gedeelten. M.
A. B.