federale volksrepubliek in Z.O.Europa, telt ca. 17 millioen inwoners. Van de volken, die na Wereldoorlog I in de staat Joegoslavië zijn verenigd vnl.
Serviërs (46 pct.), Kroaten (29 pct.) en Slovenen (9 pct.) zijn de Slovenen voor 96 pct., de Kroaten voor 72 pct. en de Bosniërs voor 23 pct. katholiek; de Serviërs en de Bosniërs zijn voor het merendeel Grieks-orthodox. De Islamieten (11 pct. der bevolking) wonen vnl. in Macedonië en Kroatië.
In 1944 was het totaal aantal Katholieken ca. 5,5 millioen, d.i. 40 pct. der bevolking (thans ca. 35 pct.). Door de vervolging, die de communisten sedert 1944 hebben ontketend, zijn thans vele bisdommen en parochies verweesd.
Er zijn sindsdien 7 bisschoppen verbannen, vermoord of gevangen genomen. De primaat van Joegoslavië en aartsbisschop van Zagreb, kard.
Stepinac, in 1946 veroordeeld tot 16 jaar dwangarbeid, verblijft sinds 1951 in gedwongen huisarrest in het dorp Krasic. In 1944 waren er 4293 priesters, thans wordt hun aantal geschat op 3500.
De katholieke pers is totaal verdwenen; alle katholieke religieuzen zijn uit de ziekenhuizen verdreven. Van de 18 seminaries zijn de meeste gesloten of in beslag genomen.
Er is volledige scheiding van Kerk en Staat; gezien de totalitaire tendens van het regiem betekent dit, dat de godsdienstige beleving geheel is teruggedrongen binnen het kerkgebouw.Ook de Grieks-Orthodoxe Kerk, waartoe vóór 1940 ca. de helft der bevolking behoorde, heeft haar gunstige positie van vóór Wereldoorlog II verloren; de staatssubsidies werden ingetrokken en haar bezittingen zijn grotendeels genationaliseerd. Haar ledental is teruggelopen tot 31 pct. der bevolking.
De Protestanten, vnl. in voormalig Zuid-Hongaars gebied, vormen maar een kleine groep (1 pct. der bevolking) en zijn in hoofdzaak (voor ca. 70 pct.) luthers. Er is onder hen een groot gebrek aan predikanten. c. v. D./p. M.