Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

HUIZINGA, Johan

betekenis & definitie

(1872-1945), was leraar in de geschiedenis te Haarlem voordat hij te Groningen en te Leiden het hoogleraarsambt bekleedde. Zijn belangstelling ging uit naar de Westeuropese cultuur der 15de en 16de eeuw.

Door zijn Herfsttij der Middeleeuwen (1919) verwierf hij zich een wijde lezerskring. Dit werk biedt, evenals zijn Erasmus (1924), niet alleen de voldragen vruchten van wetenschappelijk onderzoek, maar doet de schrijver kennen als een kunstenaar, die met intuïtie, liefde voor het detail en grote belezenheid die periode aanschouwelijk maakt.

De cultuur, die hem boeit, is naar zijn eigen uitspraak „een in een bepaalde tijd en plaats gerealiseerde samenwerking van gemeenschapsleven en geestelijke productie’’. De Schaduwen van morgen (1935) en de Geschonden wereld (1945) zijn werken van een geleerde, die, ontroerd door de ontbindingsverschijnselen in eigen tijd, zonder opzettelijk moraliseren getuigt van vaste normen, die onontbeerlijk zijn voor volwaardig mensenleven.

< >