Nicolaï (1882-1950), Duits-Baltisch wijsgeer uit de Neo-Kantiaanse Marburger School, kwam onder invloed van Husserl en Scheler tot een realistisch, denken. Zijn systeem is een poging om de kennis en de ethiek ontologisch te funderen, waarbij echter zijn ethiek geen enkele band heeft met religieuze beschouwingen.
Zijn ontologie gaat uit van de onmiddellijke gegevenheid der kennis. Daarin ontdekt hij een antinomische structuur, nl. die van een subject, dat in de kennis een object wordt, en dus door dat object wordt gedomineerd.
Vice versa is het evident dat het obj eet in de kennis tot het subjectieve gaat behoren, en dus door dat subjectieve wordt getranscendeerd. Een oplossing van die aporie is alleen in een zijnsmetaphysiek te vinden, waarin zowel de realiteit van subj eet als van object erkend wordt.
Deze stellingen van Hartmann hebben de terugkeer van de Duitse gedachte, vanuit het idealisme naar een evenwichtig realisme en uiteindelijk tot de ontologie, in de hand gewerkt. Dergelijke beweging stemt vanzelfsprekend overeen met de tendenzen van de traditionele christelijke gedachte.
L. v. H.