Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GREGORIUS VAN NAZIANZE

betekenis & definitie

(330-390), heilige, Grieks kerkvader en kerkleraar, uit Cappadocië, vriend van Basilius, wordt in het Oosten bij uitstek „de theoloog” genoemd. Hij genoot een uitstekende klassieke opvoeding.

Gedoopt omstreeks 359, werd hij met enige tegenzin in 362 priester en in 371 bisschop gewijd, en hij bezette zelfs een paar jaren (379-381) de zetel van Constantinopel. Zijn temperament dreef hem echter telkens opnieuw naar de eenzaamheid en de beschouwing.

Beroemd zijn zijn Vijf Theologische Voordrachten, waarin hij het Arianisme weerlegde. Hij was de grote figuur op het concilie van Constantinopel in 381, maar hij bleek niet opgewassen tegen de politieke verwikkelingen.

In zijn gelegenheidstoespraken, brieven en dichtwerken getuigt hij van theologische degelijkheid en helderheid, waardoor hij er in slaagde de dwalingen van Origenes, die hij zeer hoog achtte, te vermijden. G.

PH.

< >