Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GLOSSOLALIE

betekenis & definitie

(van Gr.: glossa, tong, en lalein, spreken) is het extatisch spreken, het door de Geest (pneuma) geschonken charisma, waarvan het N.T. in verschillende teksten gewaagt (i Kor. 12-14, Hand. 10 : 46, 19 : 6). Blijkbaar is het menselijke verstand daarbij uitgeschakeld (1 Kor. 14 : 14, 19) en worden dikwijls mysterieuze en onbegrijpelijke klanken geuit, zodat een uitlegger onmisbaar is (1 Kor. 14 : :o).

Paulus stelt in 1 Kor. 14 de profetie, die stichtend en bemoedigend voor anderen kan getuigen, boven de glossolalie.De glossolalie doet wel sterk denken aan de verschijnselen op het in Hand. 2 beschreven Pinksterfeest, maar is daarmee toch niet geheel te vereenzelvigen: het kenmerkende van het Pinksterverhaal is het spreken in verschillende talen, waardoor vooral het universele der verlossing geaccentueerd wordt.

In verschillende andere godsdiensten is sprake van een extatisch, stamelend spreken in woorden en klanken; de meest eigenlijke analogieën voor de nieuwtestamentische gegevens vindt men echter in de wereld van het O.T. en het latere Jodendom (extase der profeten in 1 Sam. 10:5 vv., 19 : 20 vv., 1 Kon. 18 : 29 v.). Ook de christelijke mystiek kent verwante verschijnselen. G. s.

< >