Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

GEZIN

betekenis & definitie

is de kleinste, op de eisen van de menselijke natuur afgestemde en daardoor meest hechte groepsgemeenschap. Normaal wortelt het gezin in een (monogaam) huwelijk en bestaat het uit ouders en kinderen, soms ook nog grootouders, ongetrouwde bloedverwanten en huispersoneel omvattend.

Er zijn ook huiselijke gemeenschappen van minder volmaakte structuur met volwassenen van eenzelfde generatie, bijv. broers en zusters, die door middel van een zekere taakverdeling in eikaars dagelijkse levensbehoeften voorzien. Het voornaamste doel van het gezin is de verzorging en vorming der uit het huwelijk geboren kinderen.

In zijn encycliek over de christelijke opvoeding der jeugd schrijft Pius XI: „Het huisgezin is het eerste natuurlijke en noodzakelijke milieu der opvoeding”. Immers voor zijn uitgroei tot een evenwichtige, zelfstandige persoonlijkheid heeft het kind nodig een stabiel, liefdevol, persoonlijk contact in een sfeer van rust en orde.

De aangewezen opvoeders zijn daarom de ouders. Zij hebben hun kind van nature lief, zij zien er in hun eigen beeld en de voortzetting van hun eigen bestaan.

Het grootbrengen van hun kroost beantwoordt bij hen aan een ingestorte aandrift en maakt hun levensvreugde uit. En de opvoeding van kinderen, die buiten het ouderhuis opgroeien, slaagt des te beter naarmate hun milieu meer de normale gezinsstructuur (vader, moeder, jongens en meisjes) nabij komt.

Zijn de kinderen volwassen, dan blijft nog een secundair doel van het gezin doorwerken: de voorziening in meer persoonlijke en vitale behoeften; zoals lichamelijke verzorging, psychische rust, gezelligheid, vaste dagorde en stimulans tot een zedelijk en godsdienstig leven, hetgeen we uitdrukken in „een thuiskomen hebben” en het bezit van een eigen haard. De mens is bestemd om in gemeenschap met anderen te leven.

De waarde van het gezin mag daarom ook niet louter beoordeeld worden naar zijn aanwijsbaar nut voor de gezinsleden.

God wil deze orde-eenheid ; het innemen van zijn plaats in de huiselijke gemeenschap is dus reeds een waarde op zichzelf en een dienen van God.

Het gezinsleven berust op twee morele elkaar doorkruisende factoren: gezag en liefde. Want er is een verticale verhouding van ongelijkheid en een horizontale van persoonlijke gelijkwaardigheid.

Zo wordt het gezag getemperd door de liefde. Christus heeft het gezinsleven uit zijn moreel verval opgericht.

Door zijn voorbeeld van onderdanigheid en door zijn leer bekrachtigde Hij het gebod: Eer uw vader en uw moeder; Hij gaf zijn nieuw gebod van liefde, verwierp echtscheiding en overspel en verhief de huwelijksband tot de sacramentele waardigheid en daarmee tot een genadebron voor het vervullen van de echtelijke en ouderlijke plichten.De Kerk kan in haar pastorele taak de medewerking en het voorbeeld van de ouders niet ontberen. Bieden de ouders in dezen, bijv. door afvalligheid; geen enkele garantie, dan doopt de Kerk hun kinderen niet eens behoudens in stervensgevaar. Doorgaans verplicht zij de ouders ook om hun kinderen naar de katholieke school te sturen. Een hartelijke samenwerking met bestuur en personeel van de school is ten zeerste gewenst. De staat moet het recht van de ouders op de opvoeding volgens hun godsdienstige overtuiging eerbiedigen en is daarom verplicht aan Kerk en ouders reële mogelijkheden te bieden tot instandhouding van eigen scholen. Tegenover de staat bezit het gezin onvervreemdbare rechten; een goede functionnering van het gezin mag dus niet verhinderd worden.

De burgerlijke overheid behoort deze zelfs te bevorderen door haar sociale politiek. Alleen als de ouders niet in staat of onbekwaam blijken tot opvoeden, mag de overheid ingrijpen. De vrije jeugdbeweging behoort de lijn van de huiselijke opvoeding op haar terrein door te trekken. Het gezin maakt in onze tijd een crisis door; steeds meer functies worden door de maatschappij overgenomen; het individualisme botst tegen het institutionele karakter van het gezin op; de uithuizigheid neemt toe; de demoralisering van het huwelijksleven werkt ontbindend. De Kerk, vooral door haar Katholieke Actie, tracht althans de paedagogische functie van het gezin te redden, o.a. door cursussen voor de ouders, Vereniging van de H. Familie, Katholieke Bond voor het Gezin en Gezinsgroepen.

A. HO.

< >