brief van Paulus aan de, kan moeilijk aan hen geschreven zijn: de inhoud is te onpersoonlijk en de woorden ,,te Ephese” in het adres ontbreken bij de beste tekstgetuigen. Meestal wordt aangenomen, dat de brief, als algemeen gehouden rondschrijven aan enkele gemeenten in het achterland van Ephese, bestemd was voor gemeenten als Hiërapolis en Laodicea (vgl.
Kol. 4 : 13,16). Hij vertoont een sterke overeenkomst met die aan de Kolossenzen.
Het hoofd thema is de universaliteit en eenheid van de Kerk uit Joden en heidenen in haar verbondenheid met de verheerlijkte Christus, het Hoofd van het Lichaam. In het vermanend gedeelte bevat 5 : 21 vv. de diepzinnige beschouwing over de verhouding tussen man en vrouw in het sacrament van het huwelijk.De echtheid van de brief wordt sinds de vorige eeuw sterk betwist. De argumenten lijken echter niet overtuigend. Wel heeft Paulus misschien gebruik gemaakt van een secretaris met een zekere zelfstandigheid (vgl. bijv. 3:5). De brief is een der vier gevangenschapsbrieven. Evenals Kol. zal hij wel geschreven zijn tijdens Paulus’ eerste gevangenschap te Rome, in 61/62. R. s./j. w.