is een klooster, waarin monniken en nonnen samenwonen en dat ruimtelijk en juridisch een eenheid vormt ook al is er een scheiding tussen de geslachten. Dubbelkloosters komen voor van de oudste tijden van het monnikenwezen af.
Overwegingen van religieuze aard (de geestelijke verzorging van de nonnen) en van economische aard (de materiële verzorging van de monniken) gaven aanleiding hiertoe. In het Oosten werden zij vanwege de misstanden door justinianus I verboden, maar bleven toch voortbestaan.
Ook in het Westen kwamen zij voor. Hier berustte de leiding veelal bij de abdis en vormden de monniken een convent in dienst van de nonnen.
Verboden zijn zij nooit, maar geleidelijk verdwenen.