(482-565), vanaf 527 keizer van het Byzantijnse rijk, zelf ijverig theoloog en auteur van verschillende theologische geschriften, heeft naar de opbouw van een wereldrijk op christelijke grondslag gestreefd. Aan de kerkelijke canones verleende hij gelijke rechtskracht als aan de staatswetten; beide werden naast elkaar opgenomen in de Codex Justiniani.
Tegen het heidendom werden, evenals tegen ketterijen, strenge maatregelen genomen, hetgeen o.m. tot sluiting van een laatste in stand gebleven filosofenschool te Athene leidde. Terwijl keizerin Theodora, die tot haar dood in 548 grote invloed op de regering uitoefende, de monophysieten welgezind was, begunstigde de keizer de belijdenis van Chalcedon naar de opvatting van Cyrillus.
Hij heeft veel gedaan voor bouw en verfraaiing van kerken en kloosters; het bekendst daarvan is de Ajia Sofiakerk te Constantinopel.