Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

CONSTANTIJN I DE GROTE

betekenis & definitie

de eerste christelijke Romeinse keizer (306-337), was Serviër van geboorte, uit het huwelijk van Constantius Chlorus en Helena, de latere heilige. Ofschoon in het heidendom opgevoed, was hij van huis uit tegenover de Christenen tolerant en huldigde hij persoonlijk een godsdienstig syncretisme.

Zijn overwinning op Maxentius bij de „pons Milvius” (312) schreef hij toe aan de hulp van de God der Christenen. Dit bewijzen zijn eigen getuigenissen en die van Eusebius en Lactantius.

Ook wordt het bewezen door zijn standbeeld te Rome. Hetzelfde getuigt de triumfboog die de senaat te Rome liet oprichten.

Deze overtuiging en de mening dat het Christendom onverwoestbaar en evenmin gevaarlijk was voor de staat brachten hem tot het sluiten van het zgn. Edict van Milaan (313), waardoor de Christenen vrijheid van godsdienst kregen.

In 324 werd hij door zijn overwinning op Licinius alleenheerser. Ofschoon de mening van Burckhardt e.a., dat Constantijn slechts uit politieke overwegingen Christen werd, maar in zijn hart heiden bleef, moet verworpen worden, werd zijn houding tegenover de Christenen wel door zijn politiek beïnvloed.

Met name streefde hij naar de eenheid van het Romeinse rijk, die juist door de eenheid van godsdienst bevorderd werd, deze godsdienst kon volgens zijn persoonlijke overtuiging geen andere dan de christelijke zijn. Zijn wetten pleiten er daarenboven voor dat hij van de waarheid van het Christendom overtuigd was.

Om het rijk in het Oosten beter te kunnen verdedigen, stichtte hij in 330 Constantinopel, en verlegde van Rome uit zijn zetel naar deze stad.

Dit is niet bevorderlijk geweest voor de band tussen oost en west.

Zijn caesaropapistische neigingen hebben daarenboven de Kerk veel schade berokkend. In 325 riep hij het Concilie van Nicea bijeen ter beslechting van de Arianenstrijd.

Kort voor zijn dood (337) werd hij officieel catechumeen. Hij werd op zijn sterfbed gedoopt door de Ariaanse bisschop van Nicomedië, Eusebius.

Zijn doop door paus Silvester is een legende (zie Donatio Constantini). c. H.

L.

< >