treedt in de geschiedenis van het Christendom het eerst op in de eeuw der Reformatie in Engeland als worsteling van het puritanisme tegen de Anglicaanse Staatskerk om de vrijheid van de gemeenten der ware gelovigen (congregations). Vandaar dat deze stroming ook van-ouds zich gaarne als independentisme laat aanduiden.
De oudste aanhangers van dit congrégationalisme zijn Robert Browne (| 1633), Henry Barrow en John Robinson, die naar Nederland uitweek, en van hieruit met de uittocht der Pilgrimfathers naar Amerika het congrégationalisme als kerkrechtelijk stelsel in de nieuwe wereld inheems maakte.Het begint opnieuw zijn levenskracht te tonen in de kerkrechtelijke visioenen, die de dialectische theologie bij Barth en niet weinigen zijner jongere aanhangers begon op te roepen. Gedeeltelijk zich uitend in het verzet tegen de zgn. ,,cléricale” ambtsbeschouwingen in de nieuwe Kerkorde der Nederlandse Hervormde Kerk.