is de leer dat de mens zich in zijn denken weliswaar van algemene begrippen bedient, maar dat die begrippen slechts een constructie van ons denken zijn en geen middel waardoor het ons mogelijk wordt om althans enigermate het te kennen voorwerp te vatten zoals het in zichzelf is. De begrippen worden gezien als plaatsvervangende tekens, of zelfs alleen maar als hulpmiddelen voor de logische ordening van de individuele ervaringsfeiten.
Ze zijn nooit meer dan een noodzakelijke subjectieve vorm waarin zich het denken van het denkend subject voltrekt (Kant). Wanneer het menselijk denken conceptualistisch zou moeten worden opgevat, zou een ware kennis van hetgeen God door het Woord heeft geopenbaard ons reeds om die reden niet toegankelijk zijn: we zouden volstrekt niet weten wat dat voor een werkelijkheid was, evenmin als wij de aan de natuurlijke rede gegeven werkelijkheid in haar zelf zouden kunnen kennen.
Hoezeer wij ook de inadaequaatheid en de gebrekkigheid der menselijke begrippen moeten beklemtonen, een of andere vorm van (gematigd) realisme der begrippen schijnt vereist, wil er een kenmatig contact mogelijk zijn tussen het menselijke denken en de Openbaringswerkelijkheid. J. P.