is de betiteling voor sedert de 13de eeuw in West-Europa voorkomende groepen van personen, die geleid werden door een pantheïstisch-quiëtistische mystiek. Zij stonden indifferent tegenover de Kerk en vervielen vaak in een immoreel libertinisme.
Hun oorsprong moet men zoeken in kringen, waarin een streven naar volmaaktheid en een overdreven rigorisme, gepaard met pantheïstische opvattingen, overheerste. Vrije geesten waren o.a.
Bloemaerdinne te Brussel, die in de eerste helft der 14de eeuw door Ruusbroeck bestreden werd als profetes der seraphische liefde, Bartholomeüs, de Augustijner monnik uit Dordrecht, Mieuwes van Gouda en anderen, tegen wie Geert Groote is opgetreden. Sporen van dergelijke geesten worden aangetroffen tot in de 16de eeuw.