Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ATHEÏSME

betekenis & definitie

is Godloochening. Het phenomeen is in onze tijd veel meer verspreid dan vroeger.

Practische atheïsten ontkennen het bestaan van God niet, doch zij houden er in hun gedrag geen rekening mee, hoofdzakelijk omdat ze aan de zedelijke eisen van de Godserkenning geen gevolg willen geven. Negatieve Godloochenaars noemt men degenen die onkundig zijn van het Godsbestaan, bijv. de godsdienstig onontwikkelden of de kinderen die geen enkele religieuze opvoeding hebben genoten.

Schijnbare goddelozen zijn mensen die het woord ,,God” niet kennen of het om allerlei misvattingen afwijzen, doch de werkelijke God impliciet en verward, maar toch met voldoende beslistheid erkennen onder de vorm van het Hoogste Goed, de Plicht, de Eerlijkheid, het Geweten of iets dergelijks. Bovendien zijn er veel twiifelaars, dikwijls ten gevolge van een verkeerde wijsgerige scholing.

Wat het positief atheïsme aangaat, dient men onderscheid te maken tussen de bewuste vrijdenkers en het massa-atheïsme van het ontkerstende proletariaat. De anti-theïstische filosofen zijn weinig talrijk.

De stellige overtuiging dat God niet bestaat, komt hoogstwaarschijnlijk alleen in ingewikkelde vormen voor en is in de regel van schuld niet vrij te pleiten. Het massa-atheïsme wordt kunstmatig verspreid onder de druk van partij- of staatsinstellingen, die zichzelf als absolute waarde opwerpen en feitelijk de plaats innemen van God.

Opportunistische redenen geven bij de massa dikwijls de doorslag. Meermaals bestrijdt men in feite een valse voorstelling van God, bijv. als een dwingeland of een sociale verdrukker.

De strijdende godloochening wordt veelal religieus gekleurd en dient zich aan als een pseudo-godsdienst.

De verspreiding van het atheïsme doet het natuurlijk getuigenis van de menselijke gemeenschap voor het Godsbestaan dus geenszins te niet.

G. PH.

< >