zijn middeleeuwse geestesstromingen welke mede uit reactie tegen de rijkdom der Kerk op bijzondere wijze het arm-zijn ais ideaal propageerden. Soms droegen zij zonder meer een revolutionnair karakter, en waren de protesten tegen de bestaande weelde gemengd met ketterse stellingen; bij andere vertegenwoordigers werd het armoede-ideaal ingegeven door een zuiver gerichte vroomheid; door vrijwillige armoede wilde men Christus navolgen en door het voorbeeld van een vrijwillige onthechting een nieuwe geest wekken.
Reeds S. Bernardus, S.
Norbertus e.a. hadden het armoede-ideaal in kerkelijke geest verkondigd, maar vooral door de bedelorden van S. Franciscus van Assisi en van S.
Dominicus met hun radicale opvatting van de armoede en hun kerkelijke gezindheid werd de beweging in goede banen geleid. Toch bleven met name onder de volgelingen van S.
Franciscus conflicten over het armoedebegrip en over de practische verwerkelijking van het ideaal niet uit; vasthoudendheid aan hun extreme opvattingen bracht de Fraticelli in opstand tegen het kerkelijk gezag. J.
N.