danken hun naam aan de plaats waar zij in 1887 door een boerenvrouw werden gevonden, nl. te El-Amarna (abusievelijk meestal Tell el-Amarna genoemd), een klein dorp aan de oosteliike oever van de Nijl, ca. 250 km ten Zuiden van Cairo. Zij vond een grote verzameling kleitabletjes waarvan zij de waarde niet besefte, verkocht ze aan een buurman voor een appel en een ei, terwijl deze zich later bekocht voelde en de hele verzameling in zakken naar Luxor stuurde om ze daar aan antiquairs kwijt te raken.
Het grootste deel kwam in scherven aan, maar later ontdekte men, dat men met een zeer zeldzame vondst te doen had. De kleitabletjes bleken nl. uit de ruïne van het koninklijk paleis afkomstig te zijn en het archief te bevatten van de buitenlandse correspondentie van Amenhotep III (1411-1375) en IV (1375-ca. 1358).
Voor een goed begrip zij hier even opgemerkt, dat vele oude volkeren van het Nabije Oosten op vochtige kleitabletten schreven met behulp van een scherpe stift (vandaar de naam „spijkerschrift”) en die beschreven tegels dan bakten. De AmarnaDetail van een bij Amarna gevonden kleitafel.brieven zijn nu een dergelijke tegelverzameling. Dat men slechts langzaam overtuigd werd van de echtheid er van, is verklaarbaar uit het feit, dat men in Egypte geen tabletten in Babylonisch schrift verwachtte. Het museum van Berlijn ontdekte het eerst de grote waarde van deze verzameling en deed de eerste aankoop, daarna volgden musea in andere landen (Cairo, Londen, Parijs, St. pctersburg), zodat dit „archief” in flarden over de hele wereld verspreid ligt. De bekendste uitgave in transcriptie en vertaling is die van J. A. Knudtzon, Die El-Amarnatafehi (2 dln., Leipzig 1907-1915).
Nog steeds worden er tabletten ontcijferd en komen onbekende stukken aan het licht. Deze brieven zijn niet alleen voor de profane geschiedbeoefening van groot belang, maar ook voor de gewijde geschiedenis en voor het inzicht in de tekst van de H. Schrift zelf. Wat bijv. het boek Jozuë vermeldt over het grote aantal stadskoninkrijkjes in Kanaän wordt door deze correspondentie, waaruit de hele politieke constellatie van die tijd spreekt, volkomen bevestigd. J. v. D.