Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 04-02-2020

rook , damp

betekenis & definitie

(ro:k) m. [~ ruiken] grijze of zwarte damp die van brandende stoffen opstijgt: de stijgt op, walmt; — komt uit het geschut, een pijp, een schoorsteen, een sigaar, een vulkaan; een dikke, stinkende -; geen verdragen kunnen; is slecht voor de ogen; dat vlees smaakt naar de -; vlees en vis hangt men in de in de schoorsteen om ze te verduurzamen. Gez. als (een) verdwijnen, vergaan, vervliegen, zeer snel; geen zonder vuur, niets zonder oorzaak; in opgaan, verdwijnen, vergaan, vervliegen, tenietgaan ; onder de der stad wonen, in de onmiddellijke nabijheid. → Syn. damp.

< >