('ne:dərlantsə) v. Nederlandse handelsvereniging voor de alleenhandel op Oost-Indië 1602-1798.
Geschiedenis. Toen tijdens de Tachtigjarige Oorlog Spanje 1585 onverwachts alle Nederlandse schepen in de havens van Spanje en Portugal in beslag deed nemen om de Nederlandse handel te knakken, besloten de Nederlandse kooplieden de Indische waren niet meer te Lissabon maar zelf in Indië te gaan halen.
De pogingen van LINSCHOTEN, HEEMSKERK, DE RIJP en BARENDTZ om langs Azië’s noordkust Oost-Indië te bereiken, mislukten. Gelukkiger was C.
HOUTMAN die om de zuid voer en 22 juni 1596 Java bereikte. Weldra verrezen tal van „Maatschappijen van Verre”, die op aandringen van prins MAURITS van Oranje en OLDENBARNEVELT door de Algemene Staten 20 maart 1602 tot één grote Oostindische Kompagnie werden verenigd met voor 21 jaren alleenhandel (later telkens verlengd) op alle streken ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat van Magelhaens.
Zij werd bestuurd door een lichaam van zeven bewindhebbers, die 1609 P. BOTH als eerste goeverneur aanstelden.
Zij had eigen oorlogsschepen, krijgsvolk en ambtenaren, behaalde aanvankelijk grote winsten en werd het grootste handelslichaam der wereld. BOTH’S opvolger (‘OEN vestigde het Nederlands gezag in Oost-Indië en stichtte 1619 Batavia.
In 1624 kreeg de Kompagnie een nederzetting op Formosa, 1642 op het eiland Decima.
Onder de goeverneur-generaal VAN DIEMEN, werd 1641 Malaka aan de Portugezen ontnomen, Nieuw Holland omzeild en ontdekte 1642-1643 TASMAN Diemensland of Tasmanië en Nieuw-Zeeland.
In 1652 werd door VAN RIEBEEK als verversingsplaats voor de Kompagnie, de Kaapkolonie gesticht, 1655 Ceylon en Negapatam op de Portugezen veroverd. In 1722 had tevergeefs een samenzwering plaats om de Europeanen te vermoorden en op Java een mohammedaans rijk te stichten.
Onder VALCKENIER werden 1740 te Batavia 10 000 Chinezen vermoord uit vrees dat zij hun landgenoten, die de stad belegerden, zouden helpen. VALCKENIER kreeg zijn ontslag en werd vervangen door VAN IMHOFF die Buitenzorg als gezondheidsmaatregel stichtte.
Omtrent 1750 begon het verval der Kompagnie, die door de 4de Engelse Oorlog een dodelijke slag kreeg; in 1796 bedroeg de schuldenlast 120 miljoen gulden; 1784 bij de Vrede van Parijs moest zij de Engelsen Negapatam en de vrije vaart op de Molukken afstaan. In 1792 zonden de Algemene Staten NEDERBURGH naar Indië om te trachten de slechte toestand te verbeteren, doch tevergeefs en 1798 werden alle bezittingen en schulden door de regering overgenomen.