Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

mijn (onderaardse ruimte)

betekenis & definitie

v. (-en; -tje) [Fr. mine]

I. Eig.
1. onderaardse plaats, ruimte nl.
a. om er delfstoffen uit te halen : diamant-, goud-, koper-, kwik-, steenkolen-, tin-, zilver-, zoutmijn; een graven, maken, ontginnen; de exploitatie van een -; in de -en werken; de staatsmijnen; die is uitgeput.
b. onderaardse ruimte met ontploffingsstoffen gevuld om vijandelijke versterkingen in de lucht te doen vliegen : een graven onder de stellingen van de vijand; (land)-en leggen; met een lont de aansteken, ontsteken; de springt; de ontplofte, ook Fig. de ergernis barstte los; de sprong verkeerd, ook Fig. de toeleg is mislukt.
2. Uitbr. [van 1 b] toestel met ontploffingsmiddelen dat men in een vaarwater of ook op het land legt om vijandelijke schepen, tanks enz., die ermee in aanraking komen, te vernielen : een leggen, verankeren, demonteren; een automatische, onderzeese -; strooi-; zee-, landmijn; magnetische -, mijn met een magnetische naald, die door een schip in de nabijheid wordt aangetrokken en dan ontploft.-

II. Metn.

1. mijnopening, schacht : de is ingestort; de diepste is die van Czoechow in Opper-Silezië nl. 2240 m.
2. mijnbouwmaatschappij : de heeft schuld aan dat ongeluk.

III. Metf. iets dat oplevert wat de bepaling zegt : dat boek is een rijke van wetenswaardigheden.

< >