Vermoedelijk rond 20 v. C. geboren, bracht zij als jonge vrouw Jezus ter wereld, waarschijnlijk in Nazareth.
Tijdens zijn leven van enige skepsis ten aanzien van Jezus’ optreden vervuld, werd zij na zijn dood (en, volgens de christenen, zijn opstanding) toch een aanhanger van de nieuwe Jezus-beweging. In de joodse literatuur wordt Maria aanvankelijk niet genoemd, maar in de tweede eeuw - de periode waarin bij christenen de Mariaverering op gang komt - worden er vanuit joodse hoek verhalen in omloop gebracht waarin wordt verteld dat zij haar kind heeft gekregen door overspel met de Romeinse soldaat Pantheras. In de late oudheid of vroege middeleeuwen komt dit motief met andere elementen uit de joodse antichristelijke polemiek terecht in de Tokdot Jesjoe, joodse versies van het leven van Jezus waarvan we verschillende recensies kennen.