lett. ‘joodse belasting,’ de benaming voor de hoofdelijke belasting die de Romeinse overheid na de oorlog van 66-74 n. C. en de verwoesting van de tempel aan iedere volwassen jood oplegde als ‘vervanging’ van de tempelbelasting.
Het pijnlijke aan deze heffing was vooral dat het geld aan de tempel van Jupiter in Rome ten goede kwam. De maatregel werd pas decennia later afgeschaft.