eene Havezaat, in Gelderland, in het Schoutampt van Zutfen, bij' het Dorp Warnsfeld, een weinig ten Oosten van de Stad Zutfen, en dus onderscheiden van een ander Voorst, op de Veluwe gelegen, zo even vermeld . Het pragtig Huis de Voorst, is in den Jaare 1700, op kosten van Koning WILLEM DEN III, gebouwd, en door hem aan den Graave VAN ALBEMARLE vereerd. Het is allezins Vorstelijk gebouwds zijnde het Huis zelf van witten Hardsteen, en de Vleugels van gebakken steen zeer sierlijk opgehaald.
De werklieden waren voorbedagtelijk uit Engeland herwaards ontbooden, en hebben, in alles, de keurlijkste Engelsche wijze van schikken en versieren opgevoigd. Met één woord, Bouwkundigen houden dit Huis voor ver het netste Landhuis der Veréénigde Provincien. Het munt niet minder uit in kostbaare Huissieraaden, keurlijk gemaakt Engelsch Zilverwerk en van ’t fijnst Saksisch Porcelein. Men vertoont ’er de Slaapkamer van Koning WILLEM DEN III, die zestigduizend guldens van Meubileeren zou gekost hebben. Bij het Huis zijn fraaie Bosschaadjen en een nette Tuin. Geduurende het leeven van Koning WILLEM DEN III, besteedde de Graaf veel gelds om dit Lusthuis in luister te doen uitmunten. Men wil zelfs, dat ’er de rondsom woonende Landlieden om lijden moesten, en dat de Graaf zich van hun Land bediende, om toegangen tot zijne Plaats te maaken. Ook zegt men, dat hij hun het water ontleiden deedt, om ’er zich, tot het maaken van Fonteinen, van te bedienen. Wat hier van zijn mag, naa ’t Jaar 1702, rukten de Landlieden ’s Graaven scheidpaalen uit den grond, en ontzagen zich niet, eenige toegangen na ’t Huis te Voorst om te spitten. Het water wierdt ook afgeleid, zo dat het groot Fonteinwerk agterblijven moest.