Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

STOOP, (Het Huis te)

betekenis & definitie

weleer eene aanzienlijke adelijke Hofstede, in Rhijnland, onder de Heerlijkheid Hazerswoude, dus genaamd naar het Gestigt, ’t welk daar van de stigter geweest is. Zijne aloude gedaante heeft het al lang verlooren, zijnde veranderd in eene Boerenwooning.

De zeer dikke muuren van het Gebouw zijn de eenige overblijfzels des alouden luisters.

< >