Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 15-03-2024

SEWEL, WILLEM

betekenis & definitie

behalven door andere Schriften, door Zijn Engelsch en Nederduitsch Woordenboek, en door zijne Spraakkunst, hier te Lande genoeg bekend, wierdt, in den Jaare 1654, te Amsterdam gebooren. Hij voerde dien naam naar zijnen Grootvader, welke, omtrent het einde der Zestiende Eeuwe, met de vermaarde Brownisten of Bruinisten, uit Engeland, herwaarts was gekoomen, en zich te Utrecht hadt nedergezet, alwaar de Vader van onzen WILLEM ter waereld kwam.

Wat deezen bewoogen hebben, zijnen toenaam te veranderen, en zich JAN WILLEMSZOON ZEENWEL of ZEEWEL te schrijven, is ons niet gebleeken; dit wel, dat hij met der woon na Amsterdam verrokken zijnde, aldaar, nevens zijne Huisvrouw JUDITH ZIMPENNING, Lidmaat was van de Gemeente, welke men Vlaamsche Doopsgezinden noemt; doch dat zij beiden, omtrent het Jaar 1657, overgingen tot de Gezinte der Quakers, welke, omtrent dien tijd, in de gemelde Stad, merkelijken opgang maakten. Lieden van gering vermogen moeten SEWELS Ouderen geweest zijn, vermids zij hunnen Zoon op een handwerk besteedden. Doch zijne zucht tot Taalkennisse en andere oeffeningen werkte zo sterk op hem, dat hij, in de uuren van uitspanninge, in ’t een en ander genoegzaame vorderingen maakte, om zijn Handwerk te laaten vaaren, en in het schrijven voor de Boekverkoopers een eerlijk bestaan te vinden.

Behalven de Fransche, Engelsche en Hoogduitsche taalen, was hij ook in het Latijn merkelijk gevorderd; als ook in ’t Grieksch niet geheel onbedreeven. In ’t begin deezer Eeuwe schreef SEWEL, eenige jaaren, aan de Amsterdamsche Nederduitsche Courant. Van zijne Spraakkunst en Woordenboek hebben wij reeds gewag gemaakt. Verscheiden Vertaalingen van meer of minder uitgebreide Werken zijn van hem voorhanden; de voornaamste van deeze zijn die van de Historie des Ouden en Nieuwe Testaments, en van de Joodsche Historien van FLAVIUS JOSEPHUS.

Niet blootelijk met vertaalen hieldt SEWEL zich onledig; hij verhefte zich tot den rang van Oorspronklijk Schrijver, door het zamenstellen van zijn beroemd Werk, de Historie der Quakers; een arbeid van vijfëntwintig jaaren, en die, zedert, den roem van Historiekenners altoos heeft weggedraagen. Het Werk kwam, in den Jaare 1717, in het licht. Tot een ander soortgelijk Geschrift, onder den tijtel van Historia QUAKERIANA, door GERARD CROESE, reeds in den Jaare 1695, in ’t Latijn uitgegeeven, hadt SEWEL, volgens zijn eigen zeggen, de beste stukken verschaft. De arbeidzaame, en, gelijk algemeen getuigd wordt, godvrugtige Man, overleedt op den dertienden Maart des Jaars 1720. Bij zijne Echtgenoote, JACOMINA BOEKENHOGEN, hadt hij vier kinderen, eenen Zoon en drie Dogters, verwekt; doch die allen ongehuwd overleeden zijn. Van zijne vroegste jeugd tot op zijn overlijden, heeft SEWEL tot de Gezinte der Quakers behoord.

< >