Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 31-10-2023

Schimmelpenninck

betekenis & definitie

SCHIMMELPENNINCK, (Het Geslagt van) Eene vroege vermaardheid, in ’s Lands Geschiedenissen, heeft dit oudadelijk Geslagt tot op deezen dag behouden. Meermaalen deeden wij vrugtlooze wenschen, om door de nog leevende naakoomelingen van aanzienlijke Voorouderen, met den Volgreeks hunner Geslagten, tot op den tegenwoordigen tijd, onder belofte van eene getrouwe plaatzinge in ons Woordenboek, begiftigd te worden.

Onverhoord als wij zijn, met opzigt tot het opgenoemde Geslagt, zal de Leezer zich, nevens ons, gelieven te vergenoegen met het licht, welk de uitstaande berigten aan de hand geeven.De eerste herkomst, of de vroegere Stamvaders der SCHIMMELPENNINCKEN zijn onbekend. Aan een grooten ramp, onder andere, dit Geslagt wedervaaren, door het verlies van veele echte Oorspronklijke Stukken, moet deeze onkunde worden toegeschreeven. Dit is zeker, dat dit Geslagt, reeds voor meer dan vierhonderd jaaren, voornaamelijk in de Provincie Gelderland, bekend en in aanzien is geweest.

De eerste, welken wij vermeld vinden, in de onafgebrokene Geslagtlijst, zonder melding, evenwel, van geboorte- of sterfjaar, hoewel het eerste vroegtijdig in de Veertiende Eeuwe moet ingevallen zijn, was JAKOB SCHIMMELPENNINCK; gehuwd met N. N. van Ringelenborch, bij welke hij eenen Zoon verwekte, SANDER SCHIMMELPENNINCK, hij leefde en wordt vermeld in de Jaaren 1389, 1390 en 1394. Tweemaalen is hij getrouwd geweest. Zijne eerste echtgenoote was Ida Stolders, en hij, bij haar, Vader van de volgende kinderen:

1. SANDER SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
2. JAN SCHIMMELPENNINCK, volgt insgelijks.
3. Ida Schimmelpenninck, getrouwd met Colinus van der Straten; zij worden vermeld op de Jaaren 1396 en 1398.
4. Jan Schimmelpenninck, een Geestlijke.
5. Maria Schimmelpenninck, de Echtgenoote van Jan Coudenberge, Ridder, Zoon van Hugo.
6. Catharina Schimmelpenninck, gehuwd met Hendrik Colle.

Naa het overlijden der eerste Echtgenoote, hertrouwde SANDER SCHIMMELPENNINCK, met N. N. van der Marsche; en verwekte bij haar,

1 JAKOB SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
2. Sander Schimmelpenninck, die leefde in den Jaare 1439.
3. Herman Schimmelpenninck, op dat zelfde jaar vermeld.
4. Koenraad Schimmelpenninck, insgelijks in 1439 in leeven.
5. Johan Schimmelpenninck, nog een jaar vroeger vermeld.

SANDER SCHIMMELPENNINCK, reeds genoemd, koomt voor in de Jaaren 1400 en 1417. Zijne eerste Echtgenoote was Margriete van Viesenbeke, en deeze bij hem Moeder van

1. SANDER SCHIMMELPENNINCK, vermeld in de Jaaren 1403, 1421 en 1428.
2. Jan Schimmelpenninck.
3. Ida Schimmelpenninck.

Naa het overlijden van zijne eerste Huisvrouwe, tradt Heer SANDER in een tweeden echt, met Catharina Jolive, anders Frissen, doch hadt bij deeze geene kinderen.

JAN SCHIMMELPENNINCK, boven genoemd, was Schepen der Stad Brussel, en leefde in den Jaare 1409. Bij Geertruid Boel, met welke hij in den Jaare 1412 nog in ’t huwelijk leefde, was hij Vader van JAN SCHIMMELPENNINCK, gehuwd aan Catharina van Habbeke, Jansdogter.

JAKOB SCHIMMELPENNINCK, insgelijks reeds vermeld, koomt voor, als hebbende, in de hoedanigheid van Riddermaatig Edelman, in den Jaare 1443, bijgewoond het adelijk gerigt van Ridders en Knegten, op de Veluwe. Te Zutfen, bekleedde hij het Ampt van Schepen, zedert het Jaar 1427 tot in den Jaare 1453, in welk laatste jaar, waarschijnlijk, hij zal overleeden zijn. Immers vinden wij, in den Jaare 1454, zijne Echtgenoote als Weduw vermeld. Deeze was Jutte Yseren, dogter van Alphert Yseren, en hij, bij haar, Vader van de volgende kinderen:

1. Margareta Schimmelpenninck, getrouwd met Jan van Steenbergen, van Nijenbeek, Stamvader van ’t Geslagt van Steenbergen.
*2. ALPHERT SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
3. N. N. gehuwd aan Jan van Hemert, Ridder, Heere tot Hemert en Sinderen, bij welken zij Moeder wierdt van Joost van Hemert, Ridder, Heere van Hemert en Sinderen.
**4. SANDER SCHIMMELPENNINCK, volgt hier naa.
5. Jutte Schimmelpenninck, getrouwd met Steven de Boese, in den Jaare 1454 en vervolgens, Schultes binnen en buiten Zutfen.
***6. ANDRIES SCHIMMELPENNINCK; zie hier agter.
7. Fenne Schimmelpenninck, in den Jaare 1479, Geestlijke Juffer, in het Klooster te Yserdoorn, binnen Zutfen.
8. Herman Schimmelpenninck, in den jaare 1447 vermeld.
****9. KOENRAAD SCHIMMELPENNINCK.
*****10. JOHAN SCHIMMELPENNINCK.
******11.GERRIT SCHIMMELPENNINK, van de drie laatsten zal vervolgens gesproken worden.
* ALPHERT SCHIMMELPENNINCK, boven genoemd, was een man van zeer veel aanziens, eerst in zijne geboortestad, en vervolgens ten Hertoglijken Hove. In den Jaare 1449 en eenige volgende jaaren, bekleedde hij het Ampt van Schultes, binnen en buiten Zutfen, en zat, aldaar, in Schepensbank, zedert het jaar 1454 tot in den Jaare 1460. In het laatstgenoemde jaar verkoos hem Hertog ARNOLD tot zijnen Raad, en Oversten Rentmeester des Lands van Gelder en des Graafschaps Zutfen. Van wegen den ijver en getrouwheid, met welke Heer ALPHERT zich in den laatsten gewigtigen post kweet, vernieuwde de Hertog, in den Jaare 1463, zijnen Lastbrief, als Oversten Rentmeester, en schonk hem, boven dien, het voorregt, om, met vier dienaars en vier paerden, ten Hertoglijken Hove, in haver, rouvoeder en beslag tot de paerden aangenomen, en als een Ridder behandeld te worden. Een Heer van groot vermogen, in dien tijd, moet Heer ALPHERT geweest zijn. Immers leezen wij, dat, ter gelegenheid van geldgebrek, waar mede de Hertog, meermaalen, zukkelde, Heer ALPHERT, van tijd tot tijd, aan denzelven opschoot eene somme van ruim achtendertigduizend Rhijnsche Guldens; waar voor de Hertog in pandschap stelde de inkomsten der Stad Grave, en des Lands van Kuik, nevens het Rentampt van het Graafschap Zutfen, en het Koornampt van de Veluwe. Van elders is bekend, hoe Hertog ARNOLD, in den Jaare 1465, door zijnen Zoon ADOLF, te Grave gevangen wierdt genomen. In merkelijke ongelegenheid geraakte hier door Heer ALPHERT: alzo hij genoodzaakt wierdt, de verschrijving van gemelde Rentampt en Koornampt, in den Jaare 1466, af te staan, ten behoeve van zijnen behuwdbroeder Johan van Steenbergen, en van zijne eigen broeders Sander en Andries Schimmelpenninck. Tot dit verlies sloeg, eerlang, een nieuwe ramp. Hertog KAREL van Bourgondie, in den Jaare 1473, het Land van Gelder vermeesterd, en alle Hertoglijke inkomsten zich hebbende toegeëigend, niettegenstaande de verbintenissen en pandschappen, onder welke eenige van dezelve lagen, vondt ALPHERT SCHIMMELPENNINCK, in den Jaare 1476, zich genoodzaakt, om zijn regt te doen gelden, den Prokureur-Generaal van Hertog KAREL in regten te betrekken. In den loop van dit Regtsgeding vinden wij Heer ALPHERT met den tijtel van Honneste Gentilhomme, een eernaam van hoogen rang, in dien tijd, begiftigd. Het liep aan tot in den Jaare 1486, eer het geschil een einde nam, ten nadeele van den Prokureur; Keizer MAXIMILIAAN herstelde den Rentmeester in het bezit van de inkomsten van het Rent- en Koornampt. In den Jaare 1496 noodzaakte Hertog KAREL 's Mans naakoomelingen tot het aangaan van een nieuw Verdrag; ’t welk, egter, niet langer stand hieldt, dan tot den Jaare 1532, wanneer zij, door den gemelden Hertog, opgestookt door de

vijanden der SCHIMMELPENNINCKEN, tegen allen regt en reden, van nieuws, uit het bezit zijn gestooten; waar in zij, eerst eenen langen reeks van jaaren laater, naa veel naaloopens en pleitens, en toen nog tot hunne zeer aanmerkelijke schade en onherstelbaare verliezen, eenigermaate zijn hersteld geworden.

ALPHERT SCHIMMELPENNINCK hadt in huwelijk Soete N. N. en bij dezelve de volgende kinderen verwekt:

1. JAKOB SCHIMMELPENNINCK, Schepen te Zutfen, van het Jaar 1451 tot in den Jaare 1505, overleeden op den zevenden Maij des Jaars 1506. Bij zijne huisvrouw, Wilhelmina van Dotenchem, dogter van Engelbert van Dotenchem, verwekte hij eenen Zoon, insgelijks genaamd, JAKOB SCHIMMELPENNINCK, en, vermits hij naa zijns Vaders dood gebooren wierdt, Posthumus gebijnaamd. Te Utrecht tradt deeze in ’t huwelijk met Johanna van Gaasbeek, naderhand hertrouwd met Johan Taats van Ameronge, en verwekte bij dezelve Wilhelmina Schimmelpenninck, gehuwd aan Johan van Renesse van Baar, Zoon van Johan van Renesse van Baar en van Adriana van Borselen.
2. Gerrit Schimmelpenninck, vermeld in den Jaare 1507.
3. Henrik Schimmelpenninck, Prokurator van St. Johanskamp, in den Jaare 1493.
4. Alphert Schimmelpenninck, Geestlijke, in het straks gemelde Klooster, in den Jaare 1492.
5. Jaspara Schimmelpenninck, Geestelijke Juffer in het Klooster ten Ysendoorn, binnen Zutfen.
** SANDER SCHIMMELPENNINCK, boven vermeld, als de derde Zoon van JAKOB SCHIMMELPENNINCK en Jutte Yseren, wordt, geduurende een tijdverloop van vijfentwintig jaaren, te weeten van het Jaar 1451 tot in den Jaare 1476, vermeld onder het getal der Riddermaatigen op het adelijk Gerigt van de Veluwe, onder de regeeringen van drie Geldersche Hertogen, ARNOLD, ADOLF en KAREL van Bourgondie. In den Jaare 1437 wierdt hij beleend met het Goed te Heijinck; elf jaaren daarnaa met Selsham, en nog elf jaaren laater, bij overdragt van Agneta van der Marsch, gesterkt met haaren man Adolf van Kovorden, met het Wiltforster Amptgoed Tiodinck. Hij overleedt in den Jaare 1484, zijnde getrouwd geweest met Elfebe van der Oije, dogter van Evert van der Oije, gesprooten van een jonger broeder van het oud Riddermaatig Geslagt van Wilp. Heer SANDER liet twee kinderen naa:
1. JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
2. Evert Schimmelpenninck, vermeld, als geleefd hebbende in de Jaaren 1485 en 1518.

JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, straks genoemd, aanvaardde dien toenaam, naa dat het mannelijk oir van dat Geslagt, waar uit zijne Moeder was gesprooten, was uitgestorven. Hij wordt aldus betijteld, door Hertog KAREL van Gelder, in zeker Plakaat van den Jaare 1505; uit het welk tevens blijkt, niet alleen, dat hij geweest is de naaste Leenvolger en bezitter van ’t Huis te Wilp, op de Veluwe, maar ook dat dit zelfde Huis, door zekeren Lubbert van Keppel, deerlijk geplonderd zijnde, de SCHIMMELPENNINCKEN, daar door, behalven zeer veele Huisgeraaden, Kostbaarheden en Kleinoodien, hunne Voorvaderlijke Brieven en Zegels hebben verlooren; welke men, ondanks alle aangewende moeite en poogingen, nooit wederom heeft kunnen magtig worden. In de Jaaren 1498, 1499, 1500 en 1502, verscheen Heer JAKOB, naa voorafgaande beschrijving, nevens andere Riddermaatigen, op het adelijk Gerigt van de Veluwe. In de maand Augustus des Jaars 1484, wierdt hij, als zijns Vaders erfgenaam, met het Goed te Heijinck, en, vijf jaaren laater, met Selsham beleend. In den Jaare 1496 tradt hij in ’t huwelijk met Adriana van Luir, en overleedt in den Jaare 1420, naalaatende de volgende kinderen:

1. Elsabe Schimmelpenninck van der Oije, Geestlijke Juffer, in het Klooster Hospitaal te Zutfen.
2. SANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
3. Johan Schimmelpenninck van der Oije, Schepen te Zutfen, in de Jaaren 1434, 1435 en 1436. Hij storf zeer onverwagt, op eenen bruiloft van eenen der Renessen, te Utrecht, niet zonder vermoeden, dat hem vergift was toegediend.
4. Geertrui, of Truda Schimmelpenninck van der Oije, Geestlijke Juffer, in het Konvent op het Oldenwant, te Zutfen.
5. Margareta Schimmelpenninck van der Oije, eerst getrouwd met Arent Slindewater, en vervolgens, in den Jaare 1520, hertrouwd met Lulof te Rijt.
6. Elsken Schimmelpenninck van der Oije, Geestelijke Juffer, in het Klooster den Ysendoorn, te Zutfen.

SANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, zo even genoemd, door Hertog KAREL van Gelder, bij eenen brief van den achttienden Maart des Jaars 1522, nevens andere Edelen, verschreeven; waar bij tevens bevolen wierdt, dat hij, naar zijne gelegenheid, zich hadt te voorzien en uit te rusten met paerden en spietsen, tot bescherminge der Landzaaten. Omtrent het Jaar 1527 was hij Schultes van Zutfen binnen en buiten. Sedert het Jaar 1533 tot in den jaare 1557 verscheen hij op de adelijke Gerigten van de Veluwe, en zat, in de Jaaren 1555, 1556 en 1557, in Schepensbank te Zutfen. In den Jaare 1507, nog onmondig zijnde, wierdt hij, door zijnen Voogd Andries Schimmelpenninck, met het Goed Heijinck, en, veertig jaaren laater, met Selsham beleend. In den Jaare 1546, tradt hij in ’t huwelijk met Agnes van Twickelo, dogter van Engelbert van Twickelo, en liet, bij zijn overlijden, voorgevallen in den Jaare 1559, de volgende kinderen naa:

1. JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
2. Margareta Schimmelpenninck van der Oije, in den Jaare 1575 gehuwd met Gerlach van der Kapelle, eerst Raad, en vervolgens Kanzelier van Gelderland. Zij overleedt in den Jaare 1630, hebbende haaren echtgenoot vijf jaaren overleefd.
3. Johan Schimmelpenninck van der Oije, getrouwd met Geertruid van der Helden, doch kinderloos gestorven.
4. HADRIAAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die hier naa volgt.

JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, straks genoemd, Zoon des laatstgemelden Heere SANDER, wierdt, als zijns Vaders erfgenaam en opvolger, op den negentienden April des Jaars 1560, met het Goed Heijinck beleend, en, in ’t volgende jaar, met Selsham. Op den zevenden October des Jaars 1681 vernieuwde hij den eed wegens de eerstgemelde Heerlijkheid. Naa, alvoorens, verscheiden maalen, onder de Ridderschap van de Veluwe, op de Lands- en Kwartierdagen te zijn verscheenen, nam hij, in ’t laatstgenoemde jaar, zitting in Schepensbank te Zutfen. In ’t volgende Jaar 1582, van zijnen Eed, aan de Stad gedaan, ontslagen zijnde, wierdt hij, van nieuws, even als te vooren, onder de Riddermaatige Landjonkers toegelaaten. Verscheiden voorbeelden ontmoeten wij van den hoogen rang, welken Heer JAKOB, onder ’s Lands Edelen, bekleedde. Dus wierdt hij, in den Jaare 1584, door den Kanzelier en Raaden, verschreeven, met vier paerden, om, nevens anders Ridders, den Graave ADOLF van Nieuwenaar en Moens te gemoet te rijden, om denzelven na Arnhem te geleiden, en, als Stadhouder van het Gewest, staatelijk in te haalen. Op aanschrijven van den zelfden Kanzelier en Raaden des Vorstendoms Gelder en Graafschaps Zutfen, was hij, in den jaare 1591, tegenwoordig bij den plegtigen opdragt van het Stadhouderschap aan Prinse MAURITS VAN ORANJE.

Nog in het zelfde jaar, vervoegde hij zich, van zijn Huis Engelenburg, alwaar hij zijn gewoon verblijf hieldt, in het Leger van gemelden Prinse voor Zutfen, en wierdt ’er, naa het overgaan der Stad, door zijne Doorluchtigheid, tot Burgemeester aangesteld, "als zijnde daar binnen" (dus leezen wij in echte Stukken, dat Geslagt betreffende) "gebrek van getrouwe opregte Patriotten en liefhebbers van het Vaderland." Hij aanvaardde die waardigheid, mids behoudende zijn aangebooren regt van verschrijvinge. Heer JAKOB, die in den Jaare 1605 overleedt, is tweemaalen getrouwd geweest. Zijne eerste echtgenoote wierdt, in den jaare 1570, Margareta van der Kapelle, dogter van Hendrik van der Kapelle en van Jutte Slindewater, en hij, bij dezelve, Vader van

1. SANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die aanstonds zal volgen.
2. JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, van welken, in ’t vervolg, ook zal gesproken worden.

Van korten duur was dit eerste huwelijk. Reeds in den Jaare 1576 hertrouwde hij met Walraven van Haaften, dogter van Alert van Haaften, Heere tot Verwoolde en Ophemert, en van Kunna van Keppel. Acht kinderen wierden uit deezen Echt gebooren:

1. Alert Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1577, en gestorven in den Jaare 1602, zonder kinderen.
2. Engelbert Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in 1578, overleeden in 1583.
3. Frederik Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in 1579, en in ’t volgende jaar overleeden.
4. Fredrik Schimmelpenninck van der Oije, drie dagen naa zijne geboorte, in den Jaare 1580, gestorven.
5. Walraven Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1581. Hij was Vaandrig in dienst van den Staat, en overleedt te Ostende, in 1604.
6. HERMAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE. Van deezen zal naderhand gesproken worden.
7. Agneta Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1587, tradt in ’t huwelijk met Wolter Spaan, tot Kruiswijk, Kapitein en Kommandant te Gennep, overleeden in den Jaare 1626. Zijne Weduw beleefde den ouderdom van negenenzeventig jaaren, zijnde gestorven in den Jaare 1666.
8. Reinier Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1591.

SANDER SCHIMMELPENNJNCK VAN DER OYE, gebooren in den Jaare 1573 was een Krijgsman, en vertrok, in den Jaare 1601, als Lieutenant onder Graaf PHILIPS VAN SOLMS, na Hungarije. Nog heden ten dage bloeit, in het Bisdom Ermeland, een tak van het Geslagt der SCHIMMELPENNINCKEN, uit deezen SANDER voortgesprooten. In den Jaare 1602 zich na Pruissen begeeven, en aldaar zijne vaste woonplaats genomen hebbende, tradt hij ’er in ’t huwelijk met N. N. van Meereken, en verwekte bij haar twee Zoonen:

1. Jakob Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1605, en zonder kinderen gestorven.
2. EUSTACHIUS SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, gebooren in den laare 1608, en getrouwd met Barbara van Schulten, bij welke hij, ten tijde, zijns overlijdens, voorgevallen in den Jaare 1640, terwijl zijne Weduwe hem tot in den Jaare 1681 overleefde, Vader was van
1. HIERONYMUS SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, en
2. CASPARUS SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die beide onmiddelijk volgen.

HIERONYMUS SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, gebooren in den Jaare 1629, was Keurvorstelijke Tribunaals-Raad, en overleedt in den Jaare 1694. Bij zijne Echtgenoote Regina van Schultze, verwekte hij de volgende kinderen, die zich in het Bisdom Ermeland gevestigd hebben:

1. CHRISTOFFEL LODEWYK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
2. Hieronijmus Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1670, en gestorven in den Jaare 1671.
3. Hieronijmus Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1672, Kanunnik en Roomsch Priester.
4. Anna Regina Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1675, en de Echtgenoote geworden van Johan George van Erkel, genaamd Hulsen, Erfheer der Daggetische Goederen, in Poolsch Lijfland, Starost van Mariënhausen, enz.
5. Maria Elizabeth Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1683, en in 1702, in Poolsch Lijfland, gestorven.

CHRISTOFFEL LODEWYK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, boven genoemd, gebooren in den Jaare 1664, is geweest Heer van Maranen en Schoenkitten, en getrouwd met Eleonora van Besden Hofius, dogter van Johan Casimir van Besden Hofius, Erfheer tot Raschung, en Vader van de drie volgende kinderen:

1. Lodewijk Simon Judas Schimmelpenninck van der Oije, gebooren, op den achtentwintigsten October des Jaars 1708.
2. Regina Helena Eleonora Schimmelpenninck van der Oije, gebooren den vierden Junij 1715.
3. Theodorus Christoffel Schimmelpenninck van der Oije, gebooren den dertigsten Maij des Jaars 1717.

CASPARUS SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Erfheer van Katevalk, gebooren in den Jaare 1636, en gestorven in den Jaare 1686. Hij liet éénen Zoon na, genaamd JOHAN GODFRIED SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, gebooren in den Jaare 1677, Erfheer van Zechern, getrouwd met Theresia van Knobelsdorf, dogter van Christoffel van Knobelsdorf, Heere van Mengen, en Vader van,

1. Charlotta Schimmelpenninck van der Oije.
2. Theresia Schimmeipenninck van der Oije.
3. Amelia Schimmelpenninck van der Oije.
4. Josephni Schimmelpenninck van der Oije.

5. Joachim Schimmelpenninck van der Oije.

Wegens de huwelijken en naakomelingen deezer kinderen bezitten wij geene narigten.

JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van den Engelenburg en Kel, boven vermeld, als tweede Zoon van Jakob Schimmelpenninck van der Oije, en Margareta van der Kapelle, wierdt gebooren in den Jaare 1574, en overleedt, acht jaaren naa zijne Echtgenoote, in den jaare 1660. Hij is geweest Land-Rentmeester van het Graafschap Zutfen en Kommissaris van de Monsteringe. in den Jaare 1610 was hij in den echt getreeden met Johanna Bentink, dogter van Sander Bentink, Raad in het Hof van Gelderland, en verwekte bij dezelve:

1. Jakob Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1611, en gestorven in 1625.
2. ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt,
3. Henrik Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1615, was Kornet van den Kolonel Beaumont, en wierdt, in den Jaare 1689, bij Philippine, in Vlaanderen, doodgeschooten.

ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, ZO even vermeld, gebooren in den Jaare 1613, was Burgemeester van Zutfen, Kommissaris van de Monsteringe, en overleedt in den jaare 1670, vijf jaaren naa zijne Echtgenoote, die geweest was Anna van Appelthorn, dogter van Assueer van Appelthorn tot de Poll, Landrost en Gedeputeerde van de Veluwe en buitengewoon Raad van Gelderland, en van Anna van Lijnden, Zijne kinderen waren de volgende:

1. Jakob Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1641, en vroeg gestorven.
2. Alexander Schimmelpenninck van der Oije, Heer van den Engelenburg, tot Rees en Oije, enz. en, naa ’t overlijden van zijnen hier naa te noemen broeder Assueer, Heer van Kel, gebooren in den Jaare 1642. Hij is geweest Burgemeester van Zutfen, Afgevaardigde ter Vergaderinge van Hun Hoog Mogende de Staaten Generaal der Veréénigde Nederlanden, als mede Hoofdschout en Dijkgraaf der Stad en Meierije van 's Hertogenbosch. Boven dit alles bekleedde hij den aanzienlijken post, om, nevens de Heeren WITSEN, VAN ODYK, VAN CITTERS en VAN DYKVELD, als Buitengewoon Ambassadeur, hunne Koninklijke Majesteiten WILLEM DEN III en MARIA, met derzelver komst tot den troon van Groot-Britannie, geluk te wenschen. Zijne Echtgenoote was Isabelle Bentink, Abtdis te Hunnep, dogter van Bernard Bentink, Heere tot Diepenheim en Proost van Deventer, en van Anna van Bloemendaal. Heer ALEXANDER overleedt, in den Jaare 1694, in ’s Graavenhage, doch wierdt te Zutfen begraaven. Hij liet geene kinderen naa. Zijne Huisvrouw kwam, in ’s Hage, elendig aan haar einde, door het hollen der paerden van haare Koets.
3. Hendrina Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1644; getrouwd, voor de eerste maal, met Vincent Adolf van Baar, Heere tot den Brantsenburg, beschreeven in de Ridderschap des Graafschaps Zutfen, als mede Rekenmeester diens Graafschaps en van het Vorstendom Gelder. Naa zijn overlijden, hertrouwde zij Eusebius Borchard Bentink, Heere tot Schoonheten, eerst Hoofdschout van Maastricht, vervolgens van Hasselt en Hasselter-Ambagt, Gedeputeerde van Overijssel, en broeder van haars broeders Echtgenoote, straks genoemd.
4. Philips Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1645, slegts drie dagen oud geworden,
5. Anna Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1646, te Zutfen, ongehuwd overleeden.
6. Johanna Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1648, naa het overlijden van haaren oudsten broeder, Vrouwe van den Engelenburg, Kel, Rees en Oije, trouwde, voor de eerste maal, met Hendrik Reinier van Laer, Heere van den Lichtenburg, eerst Kapitein onder de Lijfwagt van zijne Hoogheid Prinse WILLEM DEN III, en vervolgens beschreeven in de Ridderschap des Graafschaps Zutfen. Naa het overlijden van deezen, tradt Vrouwe JOHANNA in een tweede huwelijk, met Sweder van Appelthorn, van de Poll, eerst Kapitein, en naderhand Ritmeester en Kolonel onder de Karabiniers van den Graave van Albemarle.
7. Assueer Schimmelpenninck van der Oije, Heer van Kell, gebooren in den Jaare 1650, Kapitein van de Lijf-Kompagnie van zijne Hoogheid Prinse WILLEM DEN III, en vervolgens Kolonel van een Regiment Voetvolk. Hij overleedt, te Gend, ongehuwd.
8. Jakob Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1652, was Kapitein en Sergeant-Majoor van het Geldersche Regiment Voetvolk, en hadt het ongeluk van binnen Zutfen, door eenige dronkene Ruiters, op straat doorschooten te worden.
9. Alphert Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1655, en drie jaaren daar naa overleeden.
10. Alphert Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1656, beschreeven in de Ridderschap des Kwartiers van de Veluwe, Raad en Rekenmeester des Vorstendoms Gelder en des Graafschaps Zutfen, op den Huize Lichtenburg, ongehuwd, overleeden.
11. Judith Schimmelpenninck van der 0ije, gebooren in den Jaare 1611, overleedt, ongehuwd, aan de Kinderziekte, binnen Kleef, doch is te Zutfen begraaven.

HERMAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van de Clouse, zesde Zoon van Jakob Schimmelpenninck van der Oije, en van zijne tweede Echtgenoote Walrave van Haaften, gebooren in den Jaare 1584, en in den Jaare 1612 met Selsham beleend, was Burgemeester van de Stad Zutfen, en Algemeen Ontvanger van het Graafschap. In den Jaare 1621 tradt hij in het huwelijk met Stephanea van Brienen, dogter van Henrik van Brienen tot den Mussenberg, en van Beatrix van Lijnden. Bij zijn overlijden voorgevallen in den Jaare 1658, was hij bij haar Vader geworden van:

1. Walraven Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1624, en in den Jaare 1642 getrouwd met Gerard Casyn van der Hell tot de Wiltbaan, Raad in Gelderland en Burgemeester te Arnhem.
2. Beatrix Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1625, en in den Jaare 1657 gehuwd aan Alert Gansneb, genaamd Tengnagel tot den Kamp.
3. Anna Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1627, en ’s jaars daar naa gestorven.
4. JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
5. HENRIK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, volgt insgelijks.
6. Agnes Alijd Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1634.
7. Charlotte Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1635, en in den Jaare 1661 getrouwd met Henrik van Rouwenoort.

JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van de Clouse en Langen, zo even genoemd, gebooren in den Jaare 1629, was beschreeven in de Ridderschap, en Algemeen Ontvanger van het Graafschap Zutfen, Schultes van Lochem, Kommissaris van het Graafschap, Afgevaardigde in de Vergadering van den Raad van Staate, en, van wegen Hun Hoog Mogende de Algemeene Staaten, verscheiden jaaren Afgevaardigde te Velde, bij zijne Majesteit WILLEM DEN III, Koning van Engeland. In den Jaare 1689 wierdt hij Schultes binnen en buiten Zutfen, en naderhand Landdrost van het Graafschap van dien naam. Zijne Echtgenoote was Jakoba Emelia van Westerholt, dogter van Hendrik van Westerholt, Heere tot Scherpenzeel, Hakfort en Peursum, en van Alithea van Scherpenzeel, Vrouwe tot Scherpenzeel. De volgende kinderen wierden in deezen echt verwekt:

1. Stephanea Schimmelpenninck van der Oije, getrouwd, eerst met Willem van Bulo, Heere van Hardenberg, de Wild en Oevelgunne, Kolonel en Brigadier van ’t Geldersche Regiment Voetvolk; en vervolgens met N. N. Doetichem.
2. Herman Henrik Schimmelpenninck van der Oije, Heer van de Clouse en Langen, beschreeven in de Ridderschap des Graafschaps Zutfen, Schultes te Lochem, Kommissaris van de Monsteringe, en Raad in het Kollegie ter Admiraliteit op de Maaze. Bij zijne Echtgenoote N. N. van der Kapelle tot den Boedelhoff heeft hij geene kinderen verwekt.
3. JAN PELLEGRIM SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
4. Jakoba Schimmelpenninck van der Oije, Kanunnikesse van het hoogadelijke Vrijwaereldlijke Sticht Bedbur, in ’t Vorstendom Kleef.

JAN PELLEGRIM SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van Clouse en Langen, zo even vermeld, is geweest Ritmeester en Majoor in het Geldersche Regiment Ruiterij, Ridder van de Duitsche Order, en Kommandeur van de Balie van Utrecht. Bij Dorothea van Lintelo, dogter van N. N. van Lintelo tot de Ehze, en van N. N. van In en Kniphauzen, verwekte hij

1. Jakoba Emelia Schimmelpenninck van der Oije, en
2. Jakob Schimmelpenninck van der Oije, Heer van de Clouse en Langen, Kornet van het Geldersche Regiment te paerd.

HENRIK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van ’t Velde en Sinderen, tweede Zoon van Herman van Schimmelpenninck van der Oije en van Stephanea van Brienen, gebooren in den Jaare 1632, was eerst Kapitein en Regter te Doesburg. Doch, zedert, den Krijgsdienst verlaaten hebbende, wierdt hij beschreeven in de Ridderschap des Graafschaps Zutfen. In den Jaare 1656 nam hij ter Vrouwe, Besta Elizabeth van der Sevender, dogter van Otte Frederik van der Sevender, Heere te Kenenburg, Maasland en Maaslandsluis, en van Beatrix van Schagen. Bij deeze verwekte hij de volgende kinderen :

1. Albert Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1657, en aan eene wonde, bekoomen in den Veldslag van St. Denijs, in den Jaare 1678, welken hij, als Vaandrig, bij woonde, niet lang daar naa overleeden.
2. Herman Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den jaare 1658, en in het volgende jaar gestorven.
3. Herman Schimmelpenninck van der Oije, in 't Jaar 1659 gebooren, leefde ook slegts een jaar.
4. Stephanea Theodora Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1661, storf nog in het zelfde jaar.
5. Stephanea Beatrix Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1663.
6. Herman Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in 1665, en in ’t volgende jaar gestorven.
7. Theodora Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in 1666.
8. Jakoba Frederika Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in ’t Jaar 1668.
9. Herman Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in ’t Jaar 1669, en in ’t volgende jaar overleeden.
10. Gijsberta Wendelina Schimmelpenninck van der Oije, gebooren en gestorven in den Jaare 1672.
11. Herman Schimmelpenninck van der Oije, Regter te Doesburg en Kapitein in het Geldersche Regiment te voet. Hij is in Spanje gestorven.
12. Frederik Schimmelpenninck van der Oije, Kapitein, in eenen Veldstag gesneuveld.

HADRIAAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, vierde en jongste Zoon van Sander Schimmelpenninck van der Oije en van Agnes van Twikkelo, gebooren in den Jaare 1554, zat in Schepensbank te Zutfen, in de Jaaren 1583 en 1584, wierdt Verwalter des Schultampts Zutfen, op den tweeëntwintigsten November des Jaars 1595, en Algemeen Ontvanger van het Graafschap Zutfen, in den Jaare 1600. Hij overleedt in den Jaare 1621, bij zijne Echtgenoote Margareta ter Brugge, die hem in den Jaare 1636, volgde, Vader geworden zijnde van:

1. ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt, en
2. Agnes Schimmelpenninck van der Oije, getrouwd, in den Jaare 1604, met Herman van Wijnbergen, Algemeen Ontvanger van het Graafschap Zutfen, en, in den Jaare 1623, Schepen der Stad van dien naam. Hij overleedt aan de Pest, in den Jaare 1625; zijne Weduw overleefde hem tot in den Jaare 1651.

ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE tot Voorstonden, zo even genoemd, zat, in den Jaare 1604, in Schepensbank te Zutfen, en was, vervolgens, Eerste Raad en Rekenmeester van het Vorstendom Gelder en Graafschap Zutfen. Reeds in den Jaare 1608, verscheen hij, onder de Riddermaatigen, op alle Land- en Kwartierdagen, en op de adelijke Gerigten van het Veluwen-Kwartier. Wijders wierdt hij, in de hoedanigheid van Riddermaatige, afgevaardigd tot het Hooge Appellationsgerigt van Ridders en Knegten aan Engelanderholt, in den Jaare 1626 te Nieuwkerk gehouden. Ook heeft hij, verscheiden maalen, als Verwalter des Regters van Arnhem en van Veluwenzoom, het geregt aldaar gespannen. In den Jaare 1605 was hij in ’t huwelijk getreeden met Anna van Wisch, met welke hij eenenvijftig jaaren in den echt leefde. Tien jaaren, te weeten tot in den Jaare 1666, overleefde hij zijne Huisvrouw, bij welke hij Vader was geweest van elf kinderen, met naamen:

1. Sibijlia Catharina Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in 1606, en in ’t volgende jaar gestorven.
2. JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
3. Gijsbert Schimmelpenninck van der Oije, tot Hunderen, gebooren in den Jaare 1609, beschreeven in de Ridderschap van de Veluwe, en Raad ter Admiraliteit in Friesland. In den Jaare 1646, tradt hij in ’t huwelijk met Helena van Heerdt, dogter van Johan van Heerdt tot Hunderen, en van Wendele van Brienen. Een Zoon en Dogter, uit deezen Echt gebooren, zijn beiden jong gestorven.
4. ALEXANDER SCHIMMELPENNIKCK VAN DER OYE, volgt hier naa.
5. Henrik Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1613, gehuwd in den Jaare 1632, met Anna van Bronkhorst, en overleeden in den Jaare 1651, zijnde geweest Kapitein in dienst van den Staat, en naalaatende eene dogter, Anna Schimmelpenninck van der Oije. Volgens Uitersten Wil van haaren Oom Hadriaan Schimmelpenninck van der Oije, wierdt zij, als Erfgenaame, beleend met het Huis te Voorstonden, nevens deszelfs toebehooren, gelijk ook met de Heerlijkheid en het Huis Roderlo. Zij storf ongehuwd.
6. Andries Schimmelpenninck van der Oije, Heer van Voorstonden, bij overdragt van zijnen Oudsten Broeder Jakob; gebooren in den Jaare 1614, was Kapitein en Luitenant Kolonel, Ridder van de Duitsche Orde, Kommandeur van Maaslandsluis, en, in den Jaare 1672, gesneuveld in een Gevegt tegen de Franschen, bij Woerden.
7. JOHAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE; deeze volgt insgelijks.
8. Hadriaan Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1618, Heer van Voorstonden, en, bij overdragt van Wigbolt de Rode van Heekeren, beleend met het Huis en de Heerlijkheid van Roderlo; voorts Ritmeester en Sergeant Majoor te paerd. In den Jaare 1646 tradt hij in ’t huwelijk met Anna Bentink, dogter van Karel Bentink tot den Beerenkamp, doch storf kinderloos, op het Huis te Voorstonden.
9. Bernhard Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in ’t Jaar 1622.
10. Arent Alphert Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1626, en jong gestorven.
11. Catharina Sibijlla Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1629, wierdt de Echtgenoote van Wigbolt de Rode van Heekeren, Heere van Roderlo, wiens Moeder was Anna van Pallant, beschreeven in de Ridderschap van het Graafschap Zutfen. Beiden zijn kinderloos gestorven.

JAKOB SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van Holthuisen en Voorstonden, straks genoemd, gebooren in den Jaare 1608, diende eerst den Staat, als Luitenant, te Lande. Doch zedert den Krijgsdienst hebbende verlaaten, nam hij, in den Jaare 1637, zitting in den Schepensbank te Zutfen; wierdt, vervolgens, in den Jaare 1642, Majoor dier Stad, daar naa Landrentmeester van het Graafschap; nam, voorts, zitting in de Generaliteits Rekenkamer, en verscheen, eindelijk, als Afgevaardigde van de Provincie Gelderland, in de Vergadering van Hun Hoog Mogende de Algemeene Staaten der Veréénigde Nederlanden. Driemaalen is hij getrouwd geweest: eerst, in ’t Jaar 1630 met Anna Catharina van Kerken, Dogter van Sweer van Kerken tot Holthuisen; vervolgens, in den Jaare 1639, met Woltera van Brienen, Dogter van Henrik van Brienen tot den Musschenberg, Rekenmeester in Gelderland; en, eindelijk, in den Jaare 1657, met Agatha van Oesthoorn, Dogter van Dirk van Oesthoorn, Heere tot Oesthoorn en Snephoek. Hij overleedt, op den zevenden September des Jaars 1677. De twee laatste huwelijken waren onvrugtbaar. Doch in ’t eerste hadt hij verwekt :

1. ASSUEER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
2. Hadriaan Schimmelpenninck van der Oije. In zijne jeugd deedt deeze eenen togt na Batavia, bezogt de Hoofstad van het Chineesche Keizerrijk, en wierdt Kommandeur van Malakka. Naa zijne wederkomst wierdt hij Ridder van de Duitsche Orde ter Balie van Utrecht, Kommandeur van Leiden, in den Jaare 1672 Luitenant Kolonel, en, in ’t laatst van zijn leeven, Burgemeester te Zutfen.
3. Gijsbert Schimmelpenninck van der Oije, jong gestorven.

ASSUEER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van Holthuisen, straks genoemd. Zucht om vreemde Gewesten te bezoeken, deedt hem eene reize na het Oosten, vooral na ’t H. Land, onderneemen. Hij zag Bethlehem, Jeruzalem en andere plaatzen in dien oord. Naa zijne wederkomst, wierdt hij, in den Jaare 1659, beschreeven in de Ridderschap van het Graafschap Zutfen, en, vervolgens, in den Jaare 1667, tot Landrentmeester diens Graafschaps verkooren. Daarenboven was hij Kommissaris van de Monsteringen.

Hij trouwde, in den Jaare 1668, met Assuera Kreijnk, Dogter van Gerhard Kreijnk, Heere van Bele, Burgemeester van Zutfen, Gedeputeerde van het Graafschap van dien naam, Raad in het Kollegie ter Admiraliteit in Westfriesland en ’t Noorderkwartier. Hij overleedt op den achtsten Februarij des Jaars 1673, naalaatende,

1. ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, en
2. GERRIT JURRIEN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die beide volgen.

ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van Holthuisen, Roderlo en Voorstonden, gebooren in den Jaare 1669, was eerst Landrentmeester des Graafschaps Zutfen, wierdt, vervolgens, beschreeven in de Ridderschap van Veluwe, en nam, van wegens de Ridderschap, zitting in het Kollegie van Gedeputeerde Staaten van dat Kwartier. Hij overleedt op den vijftienden April des jaars 1724, zijnde getrouwd geweest met Anna van Appelthorn, Dogter van Frans van Appelthorn, van de Poll tot het Wolthuis, beschreeven in de Ridderschap van de Veluwe, en daar naa Luitenant Kolonel. Zijne kinderen waren,

1. ASSUEER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
2. Frans Alexander Schimmelpenninck van der Oije, Heer van Voorstonden, gebooren in den Jaare 1703, wierdt, in den Jaare 1726, beschreeven in de Ridderschap van de Veluwe.

ASSUEER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, gebooren in den Jaare 1702, Kapitein onder een Geldersch Regiment Voetvolk, trouwde, in den Jaare 1725, met Adriana Sophia van Eck, Dogter van Lubbert van Eck, Brigadier en Kolonel van een Regiment Ruiterij, en verwekte bij dezelve:

1. Anna Schimmelpenninck van der Oije, gebooren den tweeden Maart 1726, en ruim vierdehalf jaar daar naa gestorven.
2. Alexander Schimmelpenninck van der Oije, gebooren den tweeden Augustus 1727.
3. Lubbert Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in ’t Jaar 1729.

GERRIT JURRIEN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, boven vermeld, als de Zoon van Assueer Schimmelpenninck van der Oije en van Assuera Kreijnk, was Burgemeester te Zutfen, Kommissaris van de Monsteringen, en getrouwd met Kornelia Constance van Middachten, Dogter van Hendrik van Middachten en Isabella Geertruid van Palland, en verwekte bij dezelve de volgende kinderen:

1. Assuera Johanna Schimmelpenninck van der Oije.
2. Isabella Geertrui Schimmelpenninck van der Oije.
3. Henrik Frederik Schimmelpenninck van der Oije, in den Jaare 1727 beschreeven in de Ridderschap van de Veluwe.
4. Andries Schimmelpenninck van der Oije, gebooren den negenden October 1705.
5. Gerrit Schimmelpenninck van der Oije, Vaandrig onder het Geldersche Regiment van zijne Hoogheid den Heere Stadhouder van Gelderland.
6. Helena Constance Schimmelpenninck van der Oije.
7. Jakoba Schimmelpenninck van der Oije.

ALEXANDER SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, boven vermeld, als de derde Zoon van Alexander Schimmelpenninck van der Oije, en van Anna van Wisch, gebooren in den Jaare 1611, was eerst Ritmeester en Sergeant Majoor te paerd, Kommandeur van Doesburg, en vervolgens van Zutfen. Zedert den Krijgsdienst verlaaten hebbende, wierdt hij beschreeven in de Ridderschap van de Veluwe, en voorts Raad en Rekenmeester des Vorstendoms Gelder en Graafschaps Zutfen. In den Jaare 1638 tradt hij in den echt, met Christina van Gent, Weduwe van Gijsbert van Welderen, Dogter van Kornelis van Gent, Heere tot Loenen en Meinerswijk. Naa het overlijden van deeze, die hem geene kinderen gebaard hadt hertrouwde hij, in den Jaare 1647, met Anna van Scherpenzeel, Dogter van Johan van Scherpenzeel, Heere tot Scherpenzeel, Landdrost van de Veluwe, en van Catharina van Lijnden. Uit deezen Echt wierden de volgende kinderen gebooren:

1. Johan Schimmelpenninck van der Oije, Ritmeester, Ridder der Duitsche Orde, en Kommandeur te Doesburg, ongehuwd overleeden.
2. Hadriaan Schimmelpenninck van der Oije, jong gestorven.
3. HADRIAAN WILLEM SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
4. Gijsbert Schimmelpenninck van der Oije, jong gestorven.
5. Catharina Sibijlla Schimmelpenninck van der Oije, getrouwd met Hubert Jaques de Montagne, eerst Ritmeester, en vervolgens, wegens den Prins-Bisschop van Luik, Hoofdschout te Maastricht.
6. Anna Geertruid Schimmelpenninck van der Oije, ongehuwd overleeden.

HADRIAAN WILLEM SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer tot Hunderen, zo even genoemd, was eerst Ritmeester, naderhand beschreeven in de Ridderschap van de Veluwe, en, wegens dezelve, Afgevaardigde in het Kollegie ter Admiraliteit in Friesland, en vervolgens in dat van Westfriesland en ’t Noorderkwartier. Bij zijne Echtgenoote, Henrika van Heerdt, verwekte hij eene dogter, Gijsberta Schimmelpenninck van der Oije, Erfdogter tot Hunderen, getrouwd met Henrik van Rouwenoort, Heere van Ulenplas, Zoone van Henrik van Rouwenoort en van Charlotta Schimmelpenninck van der Oije; zie boven onder de kinderen van HERMAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE en Walraven van Haaften. Hij was beschreeven in de Ridderschap van het Graafschap Zutfen, en wegens dezelve Afgevaardigde in de Staaten van het Graafschap, Buitengewoon Raad in ’t Hof van Gelderland, en Kurator van ’s Lands Hoogeschool te Harderwijk.

JOHAN SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, zevende kind en zesde Zoon van Alexander Schimmelpenninck van der Oije en van Anna van Wisch, verwekte, bij Johanna Bruins, Dogter van Dirk Bruins van Blankena, de volgende kinderen:

1. DIRK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, die volgt.
2. GYSBERT SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, volgt insgelijks.
3. Johan Schimmelpenninck van der Oije, jong gestorven.
4. Margareta Schimmelpenninck van der Oije, in den Jaare 1664 overleeden.
5. Margareta Schimmelpenninck van der Oije, getrouwd met Herman Frederik de Rode van Heekeren, Heere van Averlaar; eerst Kapitein, en naderhand beschreeven in de Ridderschap des Graafschaps Zutfen.

DIRK SCHIMMELPENNINCK VAN DER OYE, Heer van Blankena, zo aanstonds vermeld, was Burgemeester te Zutfen, Afgevaardigde in de Staaten des Graafschaps van dien naam, en, van wegen dezelve, in het Kollegie ter Admiraliteit in Friesland. Bij zijne Huisvrouwe, Geertruid van Ingen, liet hij ééne Dogter naa Johanna Schimmelpenninck van der Oije.

GYSBERT SCHIMMFLPENNINCK VAN DER OYE, Broeder der naastvoorgaanden, was Kapitein in een Geldersch Regiment Voetvolk, en Kommandeur van Hulst. Bij zijne Echtgenoote, Kornelia van Borselen van der Hooghe, wierdt hij Vader van de volgende kinderen :

1. N. N. eene Dogter, jong gestorven.
2. Adriana Johanna Kornelia Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1693, wierdt de Echtgenoote van Floris Willem Borre van Amerongen, Heere van Kersbergen.
3. Alexander Henrik Ambrosius Schimmelpenninck van der Oije, gebooren in den Jaare 1694, Kapitein in het Geldersche Regiment Voetvolk, overleeden te Utrecht, op den dertienden November des Jaars 1723.
*** ANDRIES SCHIMMELPENNINCK, het zesde kind en de derde Zoon van JAKOB SCHIMMELPENNINCK en Jutte Yseren, was eigenaar van de oude Havezate de Blaak ’t Opvoorst, op de Veluwe. Van het Jaar 1461 tot in den Jaare 1473 zat hij in Schepensbank te Zutfen. In den Jaare 1491 verscheen hij op den Gemeenen Dagvaart te Arnhem, om aan Jonkheere VAN NASSAU, Stadhouder, Vertoogen over te leveren, wegens de bezwaaren der Landzaaten des Lands van Gelder en Zutfen. Zijne Echtgenoote was Catharina van Spaan, en hij bij haar Vader van
1. Jakob Schimmelpenninck, gebooren in den Jaare 1494, en Zedert getrouwd met Wilhelmina van Roderlo.
2. Dirk Schimmelpenninck, gebooren in 1511.
3. Antonia Schimmelpenninck, getrouwd met Hendrik van der Leeuw, Janszoon.
4. Johan Schimmelpenninck, in den Jaare 1522 ongehuwd overleeden.
5. Jutte Schimmelpenninck, in den Jaare 1493 Geestlijke Juffer in het Klooster den Ysendoorn, te Zutfen.
6. ANDRIES SCHIMMELPENNINCK, bekleedde het Schepensampt, te Zutfen, van het Jaar 1505 tot in den Jaare 1553, wanneer hij zijne dagen eindigde, hebbende, bij Jutte van Voorthuizen, met welke hij, in den Jaare 1525, getrouwd was, verwekt deeze kinderen:
a. Belle Schimmelpenninck, getrouwd, in den Jaare 1548, aan Henrik ter Brugge.
b. Gelmer Schimmelpenninck, in den Jaare 1554 Geestlijke Juffer, en in den Jaare 1555 Moeder in ’t Hospitaal te Zutfen.
c. Anna Schimmelpenninck, in den Jaare 1554 getrouwd aan Steven Bentink.
d. Lamme Schimmelpenninck, de Echtgenoote geworden van Willem Suijlen Bentink, in den Jaare 1558.
**** KOENRAAD SCHIMMELPENNINCK, negende kind en vijfde Zoon van JAKOB SCHIMMELPENNINCK en Jutte Yseren, was Schepen te Zutfen, zints het Jaar 1475 tot in den Jaare 1498, en getrouwd met Jutte van Dolre, bij welke hij de volgende kinderen verwekte:
1. Sander Schimmelpenninck, jong gestorven.
2. Jorden Schimmelpenninck, getrouwd, in den Jaare 1480, met Johan Kreijnk, en in den Jaare 1549, eenentwintig jaaren naa haaren Echtgenoot, overleeden.
3. Johan Schimmelpenninck, in de Jaaren 1504 en 1505, Schepen te Zutfen.
4. Hille, of Helena Schimmelpenninck, in den Jaare 1488 getrouwd met Gijsbert van Meekeren, Zoon van Gijsbert van Meekeren tot de Rees.
5. Koenraad Schimmelpenninck.

6. Jutte Schimmelpenninck, Geestlijke Juffer in het Klooster den Ysendoorn, te Zutfen.

7. Jakob Schimmelpenninck, getrouwd met Margareta N. N.
8. Fenne Schimmelpenninck, Geestlijke Juffer te Doesburg, in ’t Groote Konvent.
9. Griete Schimmelpenninck, Geestlijke Juffer in 't klooster te Redichem, bij Arnhem.
10. Jasper Schimmelpenninck, te Zutfen, in den Ysendoorn.
***** JOHAN SCHIMMELPENNINCK, tiende kind en zesde Zoon van meergemelden JAKOB SCHIMMELPENNINCK en Jutte Yseren, in den Jaare 1584 vermeld, als tegenwoordig geweest zijnde in de adelijke Gerigten van de Veluwe, was getrouwd met Lamme Scholdeman, en wierdt Vader van de volgende kinderen :
1. Jakob Schimmelpenninck, vermeld in de Jaaren 1489 en 1516.
2. Catharina Schimmelpenninck, getrouwd met Herman van Meekeren, Zoon van Andries van Meekeren tot de Blaacke, was Weduwe in den Jaare 1514.
3. Johan Schimmelpenninck, vermeld in den Jaare 1507.
****** GERRIT SCHIMMELPENNINCK, jongste Zoon van JAKOB

SCHIMMELPENNINCK en Jutte Yseren, wierdt Schepen te Zutfen in den Jaare 1474, en, in dat zelfde jaar, door Hertog KAREL VAN BOURGONDIE, tot het aanzienlijk ampt van Rentmeester van het Graafschap aangesteld. In den Jaare 1484, verscheen hij in de adelijke Gerigten van de Veluwe. Hij hadt, bij zijne Echtgenoote Machtelt N. N. deeze kinderen verwekt:

1. Jakob Schimmelpenninck.
2. GERRIT SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
3. H. Johan Schimmelpenninck, Priester, vermeld in de Jaaren 1513 en 1537.

GERRIT SCHIMMELPENNINCK, zat in Schepensbank, te Zutfen, zints het Jaar 1498 tot in den Jaare 1518, en verscheen in de adelijke Gerigten van de Veluwe, in de Jaaren 1515 en 1516. Bij Elisabeth van Barmentlo, met welke hij, in den Jaare 1497, was getrouwd, wierdt hij Vader van,

1. GERRIT SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
2. Machtelt Schimmelpenninck, vermeld in den Jaare 1517, en getrouwd met Timan van den Veen.
3. Johan Schimmelpenninck.

GERRIT SCHIMMELPENNINCK, Schepen te Zutfen, van het Jaar 1531 tot in den Jaare 1566. Geduurende dat tijdverloop, te weeten, in de Jaaren 1545, 1548 en 1551, verscheen hij in de adelijke Gerigten van Ridders en Knegten of Knaapen in Veluwenzoon. Hij overleedt in den Jaare 1566, hebbende verwekt, bij Geertruid van Voorthuizen, met welke hij, in den Jaare 1532, was getrouwd, deeze kinderen:

1. Jorden Schimmelpenninck, in den Jaare 1563 Geestlijke Juffer, en in 1595 Moeder in het Hospitaal te Zutfen. Zij overleedt in den Jaare 1608.
2. Gerrit Schimmelpenninck, jong gestorven.
3. Heer Henrick Schimmelpenninck, Ordensheer van S. Antonij, binnen Keulen, in ’t Jaar 1565.
4. Heer Henrik Schimmelpenninck, Proost te Mariënwaart, in 1570.
5. Heer Andries Schimmelpenninck, Ordensheer van S. Jan, binnen Utrecht, in ’t Jaar 1570, Kommandeur te Ingen, in ’t Jaar 1604.
6. JOHAN SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
7. Geertruid Schimmelpenninck, getrouwd, in den Jaare 1564, met Reinier Swaefken.
8. Machtelt Schimmelpenninck, eerst getrouwd, in den Jaare 1574, met Henrik van Ysselmuiden, en daar naa met Johan van der Leeuwe.

JOHAN SCHIMMELPENNINCK, getrouwd, in den Jaare 1566, met Machtelt van der Kapelle, Dogter van Johan van der Kapelle, en bij haar Vader van

1. Gerrit Schimmelpenninck, getrouwd, voor de eerstemaal, in den Jaare 1589, met Aelfen van der Voorst, Weduwe van Dirk van Keppel, en Dogter van Evert van der Voorst, in de Voorst; daar naa, in den Jaare 1608, met Jorden van Kervenheim; en, eindelijk, in den Jaare 1626, met Anna van der Kapelle, Dogter van Thewes van der Kapelle. Hij overleedt, kinderloos, in den Jaare 1628.
2. JOHAN SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
3. Jakob Schimmelpenninck, jong gestorven.
4. Geertruid Schimmelpenninck, getrouwd met Johan van Ossenbroek, tot Ossenbroek, in ’t Land van Mark.
5. Elizabeth Schimmelpenninck, eerst getrouwd met Bernard de Jeger, die in den Jaare 1611 overleedt, en vervolgens met Rijk Henck, Burgemeester te Nijmegen.
6. Johanna Schimmelpenninck, getrouwd, in den Jaare 1614, met Johan Schiffort, Schepen te Zutfen, en vervolgens Raad in het Hof van Gelderland. Zij overleedt in den Jaare 1625.

JOHAN SCHIMMELPENNINCK, was Amptman te Bronkhorst. In den Jaare 1593 tradt hij in den echt, met Barbara van Thoreel, genaamd Groot, en verwekte bij haar Margareta Schimmelpenninck, getrouwd, voor de eerste maal, in den Jaare 1620, met Thomas Blijffert, en daar naa met Boldewijn Sweessen. Naa het overlijden zijner eerste Huisvrouwe, in den Jaare 1615, tradt hij, in ’t volgende jaar, andermaal, in den echt, met Wilhelmina van der Hell, Dogter van Casijn van der Hell, Raad in Gelderland, en overleedt in den Jaare 1640, hebbende bij haar verwekt:

1. KASYN SCHIMMELPENNINCK, die volgt.
2. Johan Schimmelpenninck, Luitenant te paerd, ongehuwd gestorven.
3. Henrik Schimmelpenninck, Vaandrig, overleeden in den Jaare 1653.
4. GERRIT SCHIMMELPENNINCK, volgt insgelijks.
5. Joost Schimmelpenninck, Kapitein, in den Jaare 1675, voor Maastricht, gesneuveld.
6. Herman Schimmelpenninck, Luitenant, in ’t Jaar 1679 gestorven.
7. Lumma Jurriana Schimmelpenninck.

KASYN SCHIMMELPENNINCK, Amptman te Bronkhorst, en vervolgens Drost der Heerlijkheid Borkelo; getrouwd met Christina Maria van der Hoevelijk, Dogter van Diderik van der Hoevelijk tot Bimmen, en bij haar Vader van,

1. Johan Schimmelpenninck, Luitenant in dienst van den Keurvorst van Brandenburg, in den Jaare 1676, in het beleg van Anklam, gesneuveld.
2. Herman Otto Schimmelpenninck, gebooren in den Jaare 1650, wierdt, in den Jaare 1677, Kapitein, en, in ’t vervolg, Majoor in het Geldersche Regiment te voet, en in het beleg van Charleroij dood geschooten.
3. Diderik Henrik Schimmelpenninck, gebooren in den Jaare 1651, Luitenant onder de Lijfwagt van Zijne Hoogheid den Heere Prinse van Oranje, en, in den Jaare 1676, voor Maastricht, gesneuveld.
4. Lodewijk Schimmelpenninck, gebooren in den Jaare 1653, Luitenant in dienst van den Staat, en in den Jaare 1697 gestorven.
5. Willemina Schimmelpenninck, gebooren in 1655.

6. Louiza Alida Schimmelpenninck, gebooren in 1657.

7. Kasijn Jurriaan Schimmelpenninck, gebooren in 1659, Luitenant ter Zee, en, in 1685, op eenen togt gestorven.
8. Christoffel Schimmelpenninck, gebooren in 1661, Vaandrig geworden in den Jaare 1687, en in 1699 gestorven.
9. Maria Machtelt Schimmelpenninck, gebooren in 1662.
10. Margareta Elizabeth, of Lijsbeth Schimmelpenninck, gebooren in 1664.
11. Lumma Geertruid Schimmelpenninck, gebooren in 1665, en in dat zelfde jaar gestorven.

GERRIT SCHIMMELPENNINCK, vierde Zoon van JOHAN SCHIMELPENNINCK, boven genoemd, was Amptman te Bronkhorst, en trouwde, in den Jaare 1657, met Anna Elizabeth Ganseneb, genaamd Tengnagel. Beiden overleeden in den jaare 1673, hebbende de volgende kinderen verwekt:

1. Lijsbeth Willemina Schimmelpenninck, gebooren in den Jaare 1658.
2. Otto Johan Schimmelpenninck, gebooren in 1660 sneuvelde, als Vaandrig, in den Jaare 1677, in den Slag van Mont-Cassel.
3. Ida Lummina Margareta Schimmelpenninck, gebooren in 1662.
4. Assuera Schimmelpenninck, gebooren in 1663.
5. Wendelina Geertruid Schimmelpenninck, gebooren in 1664, getrouwd, in den Jaare 1694, met N. N. Bentink, Heere van der Aa.
6. Kasijn Schimmelpenninck, gebooren in 1666, Vaandrig in het Regiment van Dedum, gestorven, in den Jaare 1695, aan eene wonde, hem toegebragt in de belegering van Namen.
7. ALARD SCHIMMELPENNINCK, eerst Luitenant in het Regiment van den Graave van Nassau, naderhand Landrentmeester des Graafschaps Zutfen. Bij zijne Echtgenoote, N. N. Backer, wierdt hij Vader van,
a. Anna Elizabeth Schimmelpenninck, getrouwd, in den Jaare 1712, met Ditmer van Wijnbergen, Heere van de beide Pollen, beschreeven in de Ridderschap van de Veluwe, en, wegens dezelve, Afgevaardigde in de Staaten van dat Kwartier, en, vervolgens, wegens de Provincie Gelderland, zitting hebbende in de Vergadering van Hun Hoog Mogende de Heeren Staaten Generaal der Veréénigde Nederlanden.
b. Gerharda Johanna Schimmelpenninck, getrouwd, in den Jaare 1730, met Wilhelm Frederik Blankvoort, Heere tot Benthuis, beschreeven onder de Ridderschap van Overijssel, in het Kwartier van Vollenhoven.

< >