dogter van den Amsterdamschen Hoogleeraar FREDERIK RUISCH, zedert haar huwelijk met den Kunstschilder JURRIAAN POOL, gemeenlijk RACHEL RUISCH POOL genaamd, kwam te Amsterdam ter waereld, in den Jaare 1664. Eene aangeboorene zucht tot de teken- en schilderkunst, die, in haar, zich al vroeg openbaarde, bewoog haaren Vader, deezer neiginge bot te vieren.
De vermaarde Bloem- en Fruitschilder GUILLELMO VAN AALST wierdt haar Leermeester. Haare ongemeene vorderingen, in dit vak der kunst, bezorgden haar zo wijdklinkende vermaardheid, dat zij, in den Jaare 1708, bevorderd wierdt tot Hofschilderesse van den Keurvorst van den Paltz. Dit niettegenstaande hielde zij haar vast verblijf te Amsterdam, en overleedt aldaar, in den Jaare 1750, het zesëntachtigste van haaren ouderdom. Zij was getrouwd geweest, gelijk wij boven aanmerkten, met JURRIAAN POOL. Deeze, insgelijks een Amsterdammer, was in het Burger-Weeshuis opgevoed, en een Pourtraitschilder van veel vermaardheid. In het zo genoemde Cas-Comptoir, agter de Regenten-Kamer, in het gemelde Huis, hangt een schilderstukje door hem uitgevoerd, en voorts aan het Weeshuis ten geschenke gegeeven. Ter gedagtenisse zijner Opvoedinge, heeft hij, in het Schilderij, zich zelven, in zijne Weeskleeding, afgebeeld.
