Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 06-03-2022

HUBERTUS VAN EYK

betekenis & definitie

(Zie ook JOHANNES VAN EYK) die, zo als gezegd is, te Gendt overleed, legt aldaar, in de St. Janskerk, begraaven.

In den muur is een Zerksteen gemetzeld , en op denzelven in marmer , een geraamte uitgehouwen, houdende in de eene hand, een koperen plaat, waarop het volgend oud Vlaamsche vers geleezen word.Spiegelt u aan mij, die op mij treeden,

Ik was als gij, nu ben beneden,

Begraaven doodt, als is an schijne

Mijnt hulp raedt
, const, noch medecijne

Const, eer, wijsheit, macht, reijekheit groot

Is ongespaert
, als comt de doodt.

Hubrecht van Eijk waf ik genant

Nu spijze der wormen, voormaels bekant

In Schilderije seer hooge gheleert.


Corts nae was iet, en niete verkeert.

In het Jaer des Heeren, des zijt gewet

Duisent vier hondert, twintich en ses,


In maant September, agttien daghen viel,

Dat ick met pijnen Godt gaf mijn ziel.

Bidt Godt voor mij, die const minnen

Dat ick zijn ansicht moet gewinnen

En vliedt sonde, keert u ten besten:


Want ghij mij volgen moet ten lesten.

Weleer werden, te Antwerpen, eenige Pourtraitten der vermaardste Nederlandsche Schilders, in ’t koper gesneden, uitgegeeven. Onder deeze werd aan de twee broeders, als de Oudste oefenaars en volmaakers der edele Schilderkonst in de Nederlanden, de eerde plaats toegekend. Naderhand zijn ze verscheiden maalen gegraveerd, zo wel als hunne Zuster MARGRETA VAN EYK.

C. VAN MANDER, en andere, Leven der Nederl. Konstschilders.

< >