’Er is nu alleen nog overig , eene beschrijvinge te doen van de POLITYKE REGEERING en de bestiering van deze Provintie, 20 in het WAERELDLYKE als KERKLYKE. Het is bekend, dat Friesland een der VII.
Vereenigde Provintien , en dus een der Hoofdleden der Republiek is. Doch dezelve afzonderlijk aanmerkende , is zy een Gemeenebest op zig zelve , even gelijk ieder der zes overige Provintien Souvrain op haar zelve is. Zij heeft haare eigen wetten, regten en gebruiken, waar van de Hoogheid en Souvrainiteit, in zaaken van Regeering, bestaat, vertoond en uitgevoerd word, in en door de Leden, die op de Landdagen, staatsgewijs, verschijnen. Deeze Leden worden ten dien einde, Jaarlijks, in de Grietenijen en Steden, voor één Jaar, bij de meeste stemmen, door de stemgeregtigde Ingezetenen, verkooren en met een volmagt voorzien.
Uit ieder Grietenij word één uit den Adel, en één of meer uit de Eigengeërfden ten Landdage gezonden; dog te zaamen maaken slegts ééne stem uit. De verkiezing geschied, in de Grietenijen , na de jaarlijksche uitschrijving , in Januarij, door de stemming der Dorpen, wier Eigenërfde ingezeetenen, na huiskondiging en klokklepping, in de Regtkamer der Grietenij , of ook in de kerk van die plaats te zamen vergaderen, om ’t zij in persoon , of bij geschrifte, twee volmagten hunner Grietenij te kiezen. Zomtijds gaat dit met hevige debatten verzeld. Wanneer die twisten zo hoog loopen, dat daar door de stemmen in twee of vier scheuringen van gelijk getal verdeeld worden, kunnen dig onderscheiden verkoorenen wel ten Landdage gaan; doch hebben aldaar niet meer dan ééne Stem.
Want, sedert langen tijd, is aan het Collegie der Gedeputeersten de magt gegeeven, om de Procuratien der volmagten te ontvangen, en daar uit te oordeelen, wie wettig op den Landdag verschynt, en aldaar kan worden toegelaaten. Voorts kan niemant worden afgevaardigd, dan die Lidmaat der Hervormde Kerk is: geen Krijgsman, ten zij als Edelman; geen Hoogleraar noch Predikant. Ook gaan de Heeren Gedeputeerden niet op den Landdag, alzo zij zelven in hun Collegie, bij abfentie der Aigemeene Staaten , de Regenten zyn. Nogthans verschijnen zij, Staatsgewijs, op het Landhuis, bij de opening der Landdagen, om aan de Algemeene Staaten verslag van zaaken te doen.Bij de verkiezing der volmagten in de Grietenijen, gaat men niet ligt den Heer GRIETMAN, als Opperbestierder en Regter in zijn Distrikt, voorbij. Evenwel gebeurt het zomwijlen, dat de meeste stemmen , door kuiperij of anderzints, op een anderen in de Grietenij gevaifen zijn. Er zijn ook Grietenijen, waarin de Grietman , als de meeste stemdragende plaatzen en goederen bezittende, ex ipso jure, altoos ten Landdage gaat. In de steden is hier in minder zwaarigheid; want hier gaat al, toos één uit de Magistraat, en één uit de Vroedschap, zomtijds ook twee; die, echter, slegts als één gerekend werden.
Deeze verkoorene gevolmagtigden, uitmakende de Staaten der Provintie, op het Landhuis, op de Landdagen, in vier kamers, volgens de vier hoofddeelen der Provintie, vergaderd zijnde, onderzoeken alle voornaame zaaken, zo wel buiten als binnenlands betreffende, besluiten tot oorlog en vrede, beraamen de schatting der Landsmiddelen; begeeven hooge ampten , maaken, veranderen, verbeteren of vernieuwen de wetten, uitgenomen de fundamenteele wetten dezer Provintie, ’t welk ongeoorlooft is. Dit alles gefebied bij overftemming der kamers, gelijk de kamers, vervolgens , bij de meerderheid der Grietenijen en Steeden besluit nemen. Bij de opening van den Landdag moeten de leden een eed doen, niets van het geen op den Landdag zal verhandeld worden, en onder de secreete zaaken Behoort, aan iemand buiten de leden, of die het nodig te weeten heeft , te zullen open baaren. De afgevaardigde volmagten, op het Landhuis vergaderd, worden de Edele Mogende Heeren Staaten genaamd, die, gelijk gezegt is, in één lichaam den Souvrain representeeren, en, in naam van alle de Ingezetenen, als de representanten des volks, de Provincie bestieren, en gehouden zijn, het algemeene best, zo veel mooglijk, te bevorderen.
Jaarlijks word te Leeuwaarden de grootte Landdag gehouden, die, zedert eenige tijd herwaards, in Februarij aanvangt, en doorgaans vier, vijf of zes weeken duurt. Gewoonlijk word hij geopend met een deftige redevoering, door den Secretaris der Staaten van dit gewest, en waarin, aan de vergaderde Staatsleden, de zaaken of zwaarigheden, naar tijds omstandigheid , worden opengelegd. De redevoering word beslooten met een gebed, dat door een der stads Predikanten, naar rang of toerbeurt gedaan word, die daar voor eene vereering van 50, en de Secretaris van 500 gl. ontvangt. Dit alles geschied met opene deuren.
Behalven de groote, werden ’er ook buitengewoone Landdagen gehouden, wanneer de toestand van ’s Lands zaaken geoordeeld word, dezelve te vereischen. De gevolmagtigden worden, door hunne committenten, geduurende den Landdag, met daaglijkfe vacatien ten hunne laste, voorzien.
Voorts hebben de Edele Mogende Heeren, tot hunnen dienst, Secretarissen , Clercqen , Deurwaarders, Kamerbodens, Staten Bodens enz: als mede een Historieschrijver, Lands Fiscaal Generaal, Tonne en Baake Meester, Muntmeester, Essayeur, Waradijn, Stempelsnijder en Keurmeester van ’t Metal, en meer andere bedienden, die allen uit ’s lands kas betaald worden.
Het Formulier van Procuratie, en de inhoud der beschijvingbrieven, zijn van deezen inhoud.
„ Wy ondergeschreven Volmachten van de respective Dorpen der Grietenyen N. door voorgaande aanschryvinge, volgens der Ëd. Mag. Heeren Gedeputeersten Missive in dato den 8ste January jongstleden, in de Rechtkamer vergadert zynde, om Volmachten op den aanstaanden Landsdag te committeren.
„ Verklaren ende bekennen gecommitteert te hebben den Ed. Ernveste N. N. voor Edelman, en N. N, voor Eygenerfde, te zamen ofte een yder byzonder:
„ Omme binnen Leeuwarden hen te vervoegen op ’t Landschaps-huis den 2de February naastkomende, by de anders ’s Landts Volmachten.
„ Ende aldaar van wegen Onze Grietenye voorsz. te aanhoren de Propositie.
„ Ende te ontfangen, ’t geene haar by geschrifte ter handen zal worden gestelt,
„ Voorts generalyk in alle andere voorvallende zaken, het Gemeene best rakende, te ramen en resolveren, zo en als by meeste stemmen bevonden zal worden te behoren.
„ Zullende onze Volmachten mede gehouden wezen, den ordinaris Landtsdag binnen zes weken te helpen sluiten, en geen andere of wydere vacatien hebben te eisschen als voorden voorsz. tydt:
„ Ende dat ook al ’t geene, dat na den voorsz. tydt by dezelve zoude mogen worden gebesoigneert ende gedaan, voor nul en onwaarden zal worden gehouden.
„ Ten ware dat ze tot eenige swarigheden endepoincten, extraordinaris door de Heeren Gedeputeerden voor een korten tydt worden verschreven.
„ Belooven ook van waarden te houden, wat ende ’t geene in gemelde zaken by Haar gedaan en ghandelt zal worden:
„ Ende dat zonder eenige ruggespraak ofte restrictie.
„ Doch dat onze Volmachten niet zullen vermogen de fundamenteele Wetten des Lands te renverseren en verbreken;
„ Noch de Resolutie nopens de collatie van de Officien, by de Ed. Mog. Heeren Staten van ’s Landt gearresteert den 16 May 1662; Noch mede die van den 20 November 1663, beroerende de ordre over de Judicature , zo wel van 't Collegie der Heeren Gedeputeerste Staten, als mede van den Hove Provinciaal sampt Nederrechters.
,, Onze Volmachten zullen ook het Reglement op het poinct van Stemminge den 16 July 1698 gearresteert, en boven al het Reglement op 't stuk der Regeeringe door wylen Syn Doorlugtigste Hoogheit den 21 December 1748. geëmaneert, in alle zyne delen en leden mainctineren doen mainctineren , als een fundamentele, eeuwigdurende en onverbrekdyle Wet van Regeringe.
„ Onze Volmachten zullen ook niet van ‘s Landts penningen disponeren, als op formele geregistreerde Ordonnantien.
„ Nemende aan haar luiden standen kost ende schadeloos te ontheffen, onder hypoteecq Onzer ende der Ingezetenen goederen. Accordeert met de geordonneerde Exemplaren: In kennisse van my, enz.
» Door de snel voor by strevende tyd, en juisten, benevens gezetten ordre van den alleen Wyzen en Almagtigen Schepper en Formeerster van ’t Heel-AI, de gulden Zon in deszelfe ommeloop op ’t laagste zynde gedaalt, en eenigzints zig wederom verheffende; zoo zien Wy daar door geëindigt een jaar, aanmerkelyk in deszelfs gebeurtenissen, en een nieuw weder deszelfs aanvang nemen na de tegenwoordige Tydrekening.
» Het is dit Tydstip het welk Ons herinnerd, omme volgens de constitutioneele Form der Regeering deezer Provincie, Ons wederom te acquiteeren van last en pligt.
,, En het is uit dien hoofde, dat Wy goedgevonden hebben de Ordinaris Landsdag voor deezen lopenden jaare 1714 uit te schryven tegens Maandag, die weezen zal den tweeden van de Maand February eerstkomende.
,, Verzoekende en ordonneerende U Ed. door deezen Amptshalven, hier van de vereischte kennisse vroegtydig te laaten toekomen aan de Volmagten van Uwen Bedryve, ten einde zig op voorsz. tyd in de Stad en ter Vergaderinge mogen sisteeren, om na aanhoringe der Propositie op de voor tedraagen Poincten, Petitien en Stukken, benevens de andere 's Lands Volmagten, zoodanig mede te helpen delibereeren, adviseeren en concludeeren, als ten meesten nutte en bevordering van den welstand, groey en bloey van ’t lieve Vaderland, redding uit nooden en zwarigheden, verbetering van het vervallene , en herstelling van Rust en Vreede, en onderlinge harmonie en eensgezindheid in het tegenswoordige tydsgewrigt, noodig en dienstig zal bevonden worden.
,, Overzulks verzoeken Wy mede U Ed. wyders, om in Uwen Bedryve ordre te stellen, dat twee gequalificeerde Volmagten, een uit den Adelyken, en een uit den Eigen geerfde Staat, voor dit lopende jaar worden geëligeert, op navolgende voet en manier.
„ Te weten, dat de stemminge zal moeten geschieden tegelyk in alle de Dorpen van de Grietenyen over het gehele Land, op een dag en uur, namentlyk Woensdag den 28 January aanstaande.
„ Daags voor de stemminge in de respective Dorpen, zal in dezelve de huiskondinge geschieden voor Zonnen ondergang, en op de dag der stemminge de klok driemaal geklept worden, daar klokken zyn , voor den middag, telkens hondert slagen, te negen, te tien, en elf uuren.
„ De laatste klokklippinge geëindigt zynde, zal een quartier uurs daar na de stemminge beginnen, en de Kerk gesloten worden zonder dat dezelve geopent zal mogen worden, voor dat de stemminge geschied en volkomentlyk voltrokken is, en de geene, die na den voorsz. tyd zouden mogen verschynen, zullen voor byvallende stemmen gerekent worden.
„ En zal twee dagen na de stemminge in de respective Dorpen, de generale stemminge in de Weerkamer geschieden, te weeten op Vrydag den 30 January daar aan volgende.
„ Geen Predikanten, Schoolmeesters, Kerke en Arme-Voogden, Gasthuizen, mitsgaders Wees-huizen, Grietenyen en Steden, van wegens haare Kerk, Pastorye, Arme-Gasthuis, Weeshuis, Grietenyen en Stads landen, als mede alle andere Corpora, by publycque Voogden bedient wordende, zullen regt van stemminge hebben tot verkiezinge van Volmagten.
„ Wyders zullen tot stemmen , of ’t verlenen der zelve, niet geregtigt weezen alle Personen, die by Sententie des Rechters infaam zyn verklaart geworden.
,, Ook alle de geene, die van den Paapschen Godsdienst zyn, of van zodanige andere Religie, waar van de vrye oeffeninge in deeze Provintie niet word toegelaten.
„ Van gelyken zullen tot stemmen niet geregtigt weezen de Voogden van Pupillen van de Roomsche Godsdienst, wegens de goederen haarer Pupillen, schoon die Voogden van den Gereformeerden, of gepermitteerden Godsdienst mogen weezen, nog Paapsche Voogden mogen stemmen wegens de goederen haarer Pupillen, van den Gereformeerden of toegelaten Godsdienst.
,, Zal niet geleden worden, dat zo wel in de generale als particuliere stemminge, zullen mogen stemmen, directe, of indirecte, mediate of inmediate, eenige Papisten, Landschapsmeyers, of andere Personen in of omtrent de Dorpen , daar de particuliere stemminge zal geschieden , niet genoegzaam begoedigt, of tot stemminge geregtigt; zo dar de geene die zig zuilen zoeken tegens deeze ordre tot stemminge in te dringen, of zig laaten vinden daar dezelve geschied, voor de eerstemaal zullen verbreukt worden ter somma van 50 Goudguld, en voor de twede reis dubbeld , t’ appliceren de eene helft ten profyte van den Officier, en de ander helft ten profyte van de Kerke-armen aldaar ter Plaats.
„ De stemminge op de Volmagten ten Landsdage zal geschieden by de Ingezetenen, gequalificeert als boven, hooft voor hooft, door haar zelfs, of door haar Meyers, geen Papisten zynde, of door schriftelyken last, welken last van den Eigenaar effect sorteren zal, schoon de Meyers anders mogten gestemt hebben.
» Zal ook de stemminge geschieden op twee gequalificeerde Personen als boven, die de stemminge of stem ceduls uit de respective Dorpen overbrengen.
,, De stemminge zal hooft voor hooft gedaan worden, in praesentie van den Dorpregter en twee Personen, gequalificeert als boven, en van een yder met stand of merk ondertekent worden, gelyk mede van de geene, die schriftelyke last van de Eigenaars vertonen, alles op tyd en plaatzen als boven.
„ Geene cedullen van Stemmen zullen mogen in de Kerk, of andere publycque plaatzen ingebragt, en tot stemminge geadmitteert worden, als door Personen in de respective Dorpen, genoegzaam begoedigt,en tot stemmen geregtigt, of door Dorpregters, Advocaten, Notarien , of Postulanten, by poene als voren, en zullen geen andere stemmen admissibel zyn.
,, De Dorpregter zal gehouden weezen, indien eenige der bovengemelde onwettige Personen zig daar by voegen, of poogde meede stemminge te doen, dezelve pertinentelyk op te tekenen, en aan den Grietman over te leveren, by poene voor de eerstemaal van 30 Goud-guldens, en voor de tweedemaal verbeurt te hebben zyn Ampt; ook zal de Dorpregter gehouden weezen copia authentycq van de Hem cedulen te houden, om een yder die ’t verzoekt, tot hunne kosten copia daar uit te geeven.
„ Zal ook van gelyken niet toegelaten worden, dat de Pretendenten,of Volmagtschap ten Landsdage, ’t zy Grietmen, Secretaris, Edelen, of Eygen-erfde, in de Kerk, of by particuliere stemminge verschynen , schoon zy daar begoedigt zyn, maar zullen in zulken cas, de stemminge van haar landen doen door andere gequalificerden als boven, by poene van 100 Goud-guldens voor de eerste reize, en voor de tweedemaal dubbeld, te appliceren als voren.
„ De openinge van de generale stlemminge zal in ’t Regthuis gedaan worden by de Grietman, de Byzitters, en den Secretaris, en zal niemant in de Weerkamer geadmitteert worden, als alleen die Personen, welke met schriftelyke commissie van de respective Dorpen, tot overbrenginge van de particuliere stemminge geschied, in de Kerk geschreven en getekent zullen worden van de Stemgevers, in praesentie van de Dorpregters, en de voorgeroerde twee Personen.
„ Ymant Paapsche stemmen hebbende gebruikt, zal daardoor niet vervallen van de pluraliteit van stemminge, maar zo hy bevonden word buiten die de pluraliteit te hebben, zal hy ook tot het Volmagtschap geadmitteert worden; dog voor yder Paapsche stem, waar voor op deszelfs ordre gestemd is, zal hy verbeuren 100 Caroliguldens, ten profyte van de Diaconye armen ter plaatze, daar de stemminge geschied; welke penningen met parate executie zullen worden geinnet.
„ Ymant ten opzigt van zyn Perzoon niet habyl, of capabel, of gequalificeert wezende, om tot den Landsdag geadmitteert te worden, en egter de meeste stemmen hadde, niet praevaleren, maar een nieuwe wettige uitschryvinge tot stemminge gedaan, en op nieuws gestemt worden.
,, De Grietman zal gehouden weezen zyn Ampt in deezen getrouwlyk te betragten, zo wel zyn Perzoon in ’t particulier rakende, als dat de voorsz. poincten wel onderhouden mogen worden, en niet nalaten aan deeze Vergaderinge pertinente rekenschap te doen van de misusen, zo tegens derzelver uitschryvinge zouden mogen gedaan zyn, by poene van 100 Goudguldens, te appliceren de eene helft ten profyte van den Aanbrenger, en de andere helft ten profyte van den Armen der Grietenye.
„ En zullen alle die geene , die haar regt van stemminge aanmatigen, wegens haar plaatzen, schotschietende huizen, stellen, of ploeggangen, mede gehouden wezen te hoeden de lasten van de doortogten of inlegeringe van Soldaten , alles in conformité van de poincten, belangende de verkiezinge tot Volmagten op den Landsdag, by de Staaten van ’t Land den 4 Marty 1640 geapprobeert, voor zo verre ’t zelve ln vorige en volgende articulen by Refolutie van den 19 July 1698 niet is gecorrigeert en geamplieert.
„ De Volmagten met autentycque, copièle , of uit boeken geëxtraheerste procuratien komende, zullen niet worden geadmitteert; maar de geene zullen toegelaten worden dewelke compareren met originele naar behoren ondertekende procuratien, zo als Wy U een Formulier hier nevens overzenden.
„ Preciselyk zal worden geobserveert de Resolutie van den jaare 1616.
,, Dat niemant van Paapsche Ouders geboren, in ’t toekomende op den Landsdag zul worden verkoren, ten waare alvorens Ledemaat van de Gereformeerde Religie is geworden, uitgezondert de zodanige, die voor dezen daartoe geadmitteers zyn geweest.
„ Wezende de voorsz. Volmagten, die op den Landsdag verschynen zullen, goede Patriotten, liefhebbers van de Waare Gereformeerde Religie, zo als dezelve in ’t begin van de Reformatie aangenomen en geleert is, als meede van de Vryheid des Vaderlands, genegen tot Eendragt, en die als nog zodanige te weezen metter daad bevonden worden.
,, Gantschelyk vry en overdagt van alle suspicien, en eenige gunst tot den Vyand van deezen Staat te draagen, of ooit gedraagen te hebben; ende ook niet lasterlyk nog ergerlyk, dan eerlyk en vroom van leeven.
„ Zonder ook anderen toe te laaten, als die bevonden worden by de meeste Stemmen der Ingezetenen, in conformité van deeze uitschryving, verkoren te weezen.
„ Invoegen dat het den Grietslieden en Secretarissen mede niet geoorloft zal weezen, eenige procuratien te schryven, en te bevestigen, dan op zodanige Personen als vooren verhaald, by poene van voor goedgunners en toegedanen van den Vyand geagt; en naar eisch van zaak en over zulks gestraft te worden,
„ Om op den 1 February als vooren, precys en zonder eenig vertrek, ’s avonds binnen Leeuwarden, eu ’s anderen daags ten tien uuren voor noen op ’t Landschaps-huis te compareeren.
„ En aldaar te ontvangen, ’t geene de Heeren Staaten als dan, en daar na, by geschrift ter stand gesteld zal worden: En daar op, mitsgaders alle voorvallende zaaken, strekkende tot bevorderinge van de gemeene zaaken, te beraadslagen, raamen en sluiten, ’t geen by gemeene, of meeste stemmen bevonden zal worden oorbaarlykst te weezen, zonder te vertrekken voor en aleer ’t poinct van de Consenten ten vollen zal zyn afgedaan.
„ Dat zal moeten geschieden binnen den tyd van zes weeken, in welken tyd alle ’s Lands zaaken zullen moeten afgehtandelt, en de Landsdag daar meede geslooten worden.
„ Ende wat na de voorsz. zes weeken zoude moogen worden gebesoigneert, zal alles van nul en onwaarde worden gehouden.
„ Ook meede te ontfangen bewys en aanwyzing, waar en tot wat einde de ingewilligde penningen tot nog toe opgenomen, aangelegt en bekeert zyn.
„ En dit alles met volkomen last, Zonder eenige wydere rugspraak of restrictie.
„ Houdende den afwezende, en niet genoegzaam gemagtigden, voor consenterende en byvallende Stemmen.
„ Waar toe Ons verlatende, beveelen Wy UEd. in de bescherminge van God
Almagtig. Leeuwarden den 8 January 1784.
UEd. Goede VRIENDEN,
De Gedeputeerste Staaten van Vriesland,
Ter Ordonnantie van Hun Ed. Mog.I.
II. Is ‘er eene vergadering van Gecommitteerde Heeren, die door de Heeren Staaten, in het begin van den gewoonen Landdag, tot het Mindergetal, zo als het genoemd werd, gekoozen en Gecommiteerd worden: uit ieder Kamer twee; welke agt Edele Mogende Heeren alle de verhandelende zaaken in het bijzonder overleggen, en vervolgens in hunne bijzondere Kamers brengen; waar op vervolgens, door de Heeren Staaten, in ieder Kamer geadvis eert, en eindelijk» bij stemming der Kamers, beslooten word. Gewoonlijk word dit Ampt bekleed geduurende den tijd van drie Jaaren, door alle die geenen, die door de Staaten voor af daar toe benoemd zijn.
III. Is ’er een Collegie van Gedeputeerste Staaten, uit IX Leden bestaande: twee uit ieder Kamer der Provintiaale Kwartieren, en drie uit de Steden; zij worden gewoonlijk voor een Jaar, doch ook wel langer verkooren. De verkiezing uit de Steden Staat aan den Stadhouder. Deeze Edele Mogende Heeren bestieren de zaaken des Lands, na den Landdag, en in afweezen der Algemeene Staaten, met een volkomene magt.
Zij beslissen alle voorvallende zaaken, ’s Lands bestier betreffende; schrijven Placaaten uit; geven Ordonnantie van betaaling. Wanneer ’er zaaken van groot gewigt voorkoomen, die geen uitstel lijden, en boven of buiten hunne instructie zijn, hebben zij de magt om de Heeren Staaten tot een Extraordinairen Landdag te beschrijven, gelijk ook door hun de Ordinaris Landdag word uitgeschreeven.
Dit illuster Collegie is, door de Heeren Staaten, op raad van Prinse WILLEM DEN I, ingesteld, met oogmerk om in alle Landszaaken, bij afweezigheid der Aigemeene Staaten, een spoedigen toegang bij deeze Gedeputeerste Staaten te vinden, ter voorkoming van nadeelige gevolgen, die de Provintie zouden kunnen treffen.
Ook worden hier door de Heeren Staaten behoed voor langwijlige of geduurige vergaderingen; blijvende, intusschen , de volkoomen oppermagt bij de Algemeene Staaten. De ondervinding heeft al van het aanbegin geleerd, en doet nog heden zien, hoe nuttig dit Collegie voor de Provintie zij . Het heeft zijn begin genoomen, reeds ten tijde der Spaansche Stadhouders, LALAIN of RENNENBERG, in het Jaar 1577; maar heeft zijne volkomene magt en waarde eerst gekreegen na de afzweering van den Koning van Spanje, in het jaar 1581, en de instelling van den nieuwen eed. Want vroeger vond men ’er zomtijds nog Lieden, die meer Spaansch dan Staantschgezind waren, en daarom ook van hunne posten verlaaten wierden.
'Er was in de daad, een Collegie van Gedeputeersten zedert het Jaar 1532; doch deszelfs Leden waren alleen aangesteld, om toezigt te houden, dat ’er geen inbreuk op da Privilegien, wetten en vrijheden geschiedde, en verpligt, in zulke gevallen, de Staaten des Lands daar van te verwittigen. Doch naderhand is dit veranderd, en den Gedeputeersten vollemagt in de Regeering gegeeven, omtrent zekere zaken van groot belang, waar van zig de Algemeene Staaten, als Souverainen, de magt voor zig behielden. Dit Collegie vergadert, gemeenlijk, om de 3 weken, in een afzonderlijk gebouw.
Na de verandering en vaststelling van den Hervormden Godsdienst, in het Jaar 1576, wanneer de Prelaten van de Regeering ontzet wierden, die voorheen het eerste en aanzienlijkste Lid uitmaakten, is ’er een groot verschil, tusschen de Steden het platte Land, ontdaan; willende de laatstgenoemden toen als Hoofdsteden van de Regeering worden aangezien: te weeten de drie Kwartieren, Oostergoo, Westergoo en de Zevenwouden, en dat de Steden alleen zouden behooren onder de Gooën, in welke zij geleegen waren.
De Steden, daarentegen, waren van gedagten, dat haar aandeel in de Regeering haar niet kon ontnomen worden, om dat in haaren vestingwerken grooter steun en bescherming der vrijheid en des Vaderlands geleegen was, dan in de platte Landen. Misschien herdagten ze ook aan de magt, welke ze voorheen, door de Privilegien in de Geregtsoefeningen, gehad hadden, die haar onder de Saxische Regeering ontnomen waren: terwijl zij, door toedoen en bemiddeling van den Stadhouder Prins WILLEM VAN ORANJE, in het Jaar 1577, op nieuw tot een vierde Lid van Staat aangenomen en erkend waren. Doch daar mede nog niet voldaan zijnde, begeersten zij de helft in de Regeering. Leeuwaarden inzonderheid drong hier op zeer sterk aan; ’t welk het verschil nog hooger deed loopen. De Prins, om grooter onheilen voor te koomen, trad tusschen beiden, en bragt het, door zijne bemiddeling, zo verre, dat de zaak, van wederzijden, vooreerst voor het Hof Provintiaal bepleit, en daar na de stukken aan hem zouden ter stand gesteld worden, om alzo, met kennis van vier verstandige Regtsgeleersten, een eindelijke uitspraak in deeze zaait te doen.
Het pleidooi ging zijnen gang. Doch de Prins, na het ontvangen der stukken, bevindende dat dezelve niet volledig genoeg waren, om daar uit een definitive sententie te formeeren, werd goedgevonden eene provisioneele uitspraak te doen, naar welke partijen zig zouden hebben te gedraagen, tot dat het proces zou voldongen zijn. Naderstand wierden drie Gedeputeerden aan de Steden verleend, en aan ieder Gort twee; zijnde alzo de Regeering voor een derde aan de Steden gekoomen.
Na dat nu de Steden dit voordeel ontvangen hadden, oordeelden zij mede geregtigd te zijn, om haare volmagten ten Landsdage of ter Staatsvergaderinge te zenden. Dit verwekte geen minder twist, die, egter, uit den weg geruimd werd door het voorzigtig en wijs beleid van Graave WILLEM LODEWYK. Het Collegie der Gedeputeerden heeft zijnen eigen Secretaris, die ad vitam word aaugesteld ; verder een Commis-Generaal, een Clercq van de Finantie-Kamer, Clercquen van de Secretars, Deurwaarders en Boden.
IV. Het Hof van Justitie, als het hoogste Regt oefenende, zo wel in Civile als Crimineele zaaken, over de geheele Provincie, bestaat uit twaalf Edel Mogende Heeren Raden, die, benevens een Procureur Generaal en Griffïer,handelen uit naam van de Heeren Staaten, met een volle magt, zonder dat ’er eenig Apél op een hooger Gerichtshof is. — In Civile of Burgerlijke uitwijzingen en sententien, echter, kan, over zaaken van belang, ’t kleine of grooter Revis, voor een zekere somme gelds, verzogt worden, ter naziening van de stukken, waardoor het dan ook zomtijdsgebeurt, dat de eerst gevalle sententie verandert, en de zaak ten voordeele van de Gesententieerden uitvalt. — Van de Neder- Geregten, uit de wie Grietenijen en Steden, kan, in Burgerlijke geschillen, en wegens het mijne en dijne, voor dit Hof geappelleerd worden. — En op dat iemand, die over eenig crimineel fait beschuldigd en geapprehendeerd is, zig zal kunnen verantwoorden, zijn ’er agt van de oudste voor het Hof practiseerende, Advocaaten, door de Staaren des Lands, op eene Jaarwedde van ieder 200 guldens aangesteld, om hunne zaak voor de Ed. Mogende Heeren Raden te bepleiten; kunnende, echter, de beschuldigde geen Adocaat verkiezen, maar moetende hij gepratrocineert worden door den geenen van de agt oudsten, welke aan de tour is. Doch een man van middelen kan kiezen wien hij wil, zonder aan een van die agt gehouden te zijn.
De Neder-Regters, Grietluiden en Magistraaten leveren de misdadigers over aan het Hof, met informatie; en indien ze ontvlugt zijn, geven zij de naamen op met de Informatie van ’t fait, die bij het Hof geregistreerd en bewaard word; ten welken einde een Rol van de crimineele misdaaden, gelijk ook van de Processen, gehouden word.
Dit Hooge Gerichtshof, of Hof van Justitie, is allereerst, in het Jaar 1499, door Hertog ALBERT VAN SAXEN, te Franeker opgeregt, daarna, in 1550 , naar Leeuwarden verplaatst. Vervolgens, en inzonderheid onder Bourgondien en Spanjen, heeft het teffens de magt verkreegen, om, nevens den Stadhouder, de Regeering en Bestiering der Provintie waarteneemen, en dus de strenge Plakaaten des Konings, in deszelfs naam, mede te helpen afkondigen en ten uitvoer brengen, die zo veel verstooring en verandering in Friesland veroorzaakt hebben, gelijk voorheen in de Geschiedenissen kortelijk vermeld is. Toen daarna de Republiek, in 1580 en 1581, werd vastgesteld, hebben de Heeren Staaten van Friesland dit Hof van Justitie in waarde gelaaten, en de Opperste Regtspleeging, met eenige verandering, laaten behouden. De Heeren Raaden worden uit de vier Kamers, uit ieder vier verkooren.
Dit Hof bestond, voorheen, ten deele uit Inlandsche, en voor bet meeste gedeelte uit buitenlandsche Leden, die een bijzonderen President hadden. Maar dewijl zij, bij de verandering van de Regeering des Lands, nog den Koning van Spanje bleeven aankleeven, werden ze allen, in het Jaar 1578 , ontslagen, en. in het volgende Jaar, nieuwe Raadsheeren aangesteld; drie van welken, in het Jaar 1580, om hunne aankleeving aan Spanje, wederom zijn afgezet, en drie anders denkende in hunne plaats verkoozen. Niet lang daar na gebeurde het, dat ’er eenige verschillen ontstond en, tusschen het Hooge Hof van Justitie en de Gedeputeerste Staaten, over de magt en derzelver uitgebreidheid. Het Hof beweerde, dat het voorheen, onder de heerschappij van Spanje, met den Stadhouder over de Regeeringszaaken gezeeten hebbende, zulks over het algemeene best, en het zelve nu nog daar toe geregyigd was, alzo de Gedeputeerste Staten toen nog niet in die uitgebreide magt gesteld waren, als daar na in het Jaar 1584, maar alleen, gelijk voorheen gezegt is, agt gaven of ’er inbreuk en op de Voorregten en Privilegien des Lands geschiedden.
WILLEM DE I. ruimde ook dit geschil uit den weg.
De President, in de tijden van LEICESTER, zig in de factien mengende, verloor zijnen post. Ook is ’er naderhand geen President meer aangesteld; wordende die post door den oudste Raadsheer bekleed.
Het ontbreekt, in deeze Provincie, niet aan een aantal Advokaaten, die de zaaken voor de Clienten bepleiten, want niemant mag aldaar, zo min als elders, zijn eigen zaak verdeedigen. Ook heeft Friesland den roem, van altoos zeer kundige Regtsgeleerden te hebben voortgebragt. Genoeg is het onder andere, deeze drie te noemen, VIGILIUS, HOPPERUS en HUBER, ’t Regt word aldaar gehandhaafd volgens de eigene wetten der Friezen, en hunne Costumen, waarop zij ten allen tijde, zeer naijverig geweest zijn en nog zijn, Gezamentlyk zijn ze in een Codex, onder den naam van ’s Lands Ordonnantien bij een gebragt, zijnde meestal naar de Keizerlijke wetten geschikt of daar uit opgemaakt. Over deeze wetten heeft de Heer en Mr D.
HAMERSTER, oudste Raadsheer en President van den Hove van Friesland, in het Jaar 1715, eene voortreffelijke verklaaring in ’t licht gegeeven.
Bij deeze Heeren Raaden word geen Pardon verleend; de Heeren Staaten deezer Provincie, als den Souverain van den Lande vertegenwoordigende, hebben hier toe alleen de magt, in hunnen naam en in dien van den Stadhouder; dat, echter, zeldzaam gebeurt.
Dit Hof heeft ook zijne Suppoosten, als één Procureur Generaal, Substitut Griffier of Secretaris, Rolbewaarder, Deurwaarders, Clerequen, Boden en verdere Dienaars..
Voorts is in Friesland een Collegie van de Rekenkamer, uit vier Edele Mogende Heeren Gecommitteerden bestaande, die jaarlijks, op den gewoonen Landdag, gekooren worden uit ieder Kamer één; hebbende een Secretaris, een Pensionaris, die ad vitam zijn ampt bekleed, benevens Clercquen en een Bode. Deeze Heeren zitten over ’s Lands Geldmiddelen, examineeren en vertekenen alle Ordonnantien, die bij het Collegie der Heeren, Gedeputeersten gepasseert zijn. Zij ontvangen ook de Rekeningen van ’s Lands Ontvangers en Rentmeesters, als mede van die’s Lands penningen hanteeren; stellende wijders order op de cours van het Geld en ’s Lands Muntweezen, en wat meer daar aan verknogt is, de inkomsten en uitgaaven betreffende.
Ten VI. komt in aanmerking het Collegie van de Admiraliteit, dat eerst te Dokkum, en naderhand te Harlingen vergaderde. Het werd ingesteld om zorge te draagen voor ’s Lands Zeezaaken, en wat daar toe behoort. Het heeft een Fiscaal, Secretaris, Commis en verdere mindere bedienden. Zie ADMIRALITEIT.
VII. Het Krijgsgeregt is,met de verdelging van het bekende monster, de Militaire Jurisdictie, vernietigd.
VIII. Het Jagtgerigt, ingesteld om goede order te houden, op de Jagt en het Jagtweezen, 't geen zo wel hier als elders meer kwaad dan goed doet. Van wegens het bijzonder Jagtgerigt, dat te Leeuwarden plaats heeft, is de Stadhouder het Opperhoofd en Opperhoutvester, welke, in zijn plaats, een Lieutenant Houtvester aanstelt. Daarenboven behooren daar toe, vier Meesterknaapen, uit ieder Kamer een, verder een Fiskaal, een Secretaris en mindere bedienden.
Schoon Friesland, zints het begin zijner Vrijheid, namelijk van KAREL DEN GROOTEN af, meest altijd een hoofd, bekend onder den naam van POTESTAAT, gehad beeft, tot op de tijden der Hertogen van Saxen en daar na , onder de Bourgondische en Saxische Heerschappij, die, in naam hunner Meesters, het opperbewind, over de zaaken de Regeering en Justitie betreffende, gevoerd hebben,was en bleef, echter, altoos de Oppermagt bij de Staaten. De overtreeding van dat gezag gaf aanleiding tot die groote en verbaazende verandering, die plaats had bij de oprechting van de Republiek, en de afwerping van het harde juk der Spaansche dwinglandij. Dan de gesteldheid van den Staat was zo zwak, en werd, op allerhande wijze, zodanig gefolterd, dat niemand der toen leevende, hoe vol moed en vrijheidsliefde, in bedenking durfde neemen , den Staat, als een wezenlijk vrijen Staat, zonder Opperhoofd, te vestigen. De diensten, welke de Prinsen en Graaven, uit de Huizen van Oranje en Nassau, in die benarde tijden aan den Lande beweezen, deeden ben, als de geschikde persoonen daar toe voorkoomen, en als zodanig altoos beschouwd worden, zonder dat men ooit in overweeging heeft genomen, of de maat van vergelding niet vol kon raaken, of in beraad leggen, of ook dat Gewest niet zonder Stadhouder, als een in de daad Vrij en Onafhanglijk Gewest, zou kunnen bestierd worden.
Na de overheersching der Friezen ende vernietiging hunner Potestaten , komen ons als Stadhouders van deeze Provintie allereerst voort:
1. WILLEM, Zoon van Hertog ALBREGT VAN SAXEN, in ‘t Jaar 1499.
2. HUGO LEISENACH, Heer van Pennink, A˚. 1500, in naam van gemelden Hertog.
Van ‘t Jaar 1504 tot 1506 werden,door GEORG VAN SAXEN, drie Friezen en drie Duitschers aangesteld, om dit land te regeeren. Doch dit aan ’t oogmerk niet voldoende werd ten
4. Graaf HENDRIK VAN STOLBERG, in ’t Jaar 1506, door hem tot Stadhouder aangesteld en gevolgd door
5. Graaf EVERYN VAN BENTHEM, in ’t Jaar 1509.
6. FLORIS YSSELSTEIN, Graaf van Buuren, als de eerste door den Hertog van Bourgondien aangesteld, in ’t Jaar 1515, zijnde inmiddles HENDRIK VAN ARKEL, door de Gederschen aangesteld.
7. WILLEM, Baron van Roggendorf, van wegen Bourgandien, in ’t Jaar 1517. en door de Gelderschen MAARTEN VAN ROSSEN, in ’t Jaar 1518.
8. GEORG SCHENK van Tautenburg, door KAREL DEN V, aangesteld in ’t Jaar 1521, en CHRISTOPH, Graaf van Megen, door de Gelderschen.
9. MAXIMILIAAN VAN EGOND, Graaf van Buuren, in 't Jaar 1540.
10. JOHAN LIGNE, Graaf van Arenberg, in ’t Jaar 1548.
11. CAREL BINNE, Graaf van Megen, door den Hertog van ALBA aangesteld, in ’t Jaar 1568.
12. AEGEDIUS VAN BARLAIMONT, Baron van Hierges, van wegen Spanje , in ’t jaar 1575; doch WILLEM DE I, zond, om dien tijd , als zijnen Luitenant . derwaards SCHOUWENBURG en CASPAR DE ROBLER verscheen aldaar als Luitenant van BARLAIMONT.
13. De laastgemelde werd van wegen Spanjen, aangesteld in ’t Jaar 1573, en gevolgd door
14. GEORG VAN LALAINGG, Graaf van Rennenberg, in ’t Jaar 1577.
Na hem kwam FRANCOIS VERDUGO, Heer van Schengen, in ’t Jaar 1581, om welken tijd Prins WILLEM derwaards zond, als zijnen Luitenant, BERNARD VAN MERODE.
15. Na den dood van Prins WILLEM DEN I, stelden de Staaten dezer Provintie, als hunnen Stadhouder,aan Graaf WILLEM LODEWYKW van Nassau , in t Jaar 1584, die gevolgd werd door zijne broeder zijnde inmiddels door Spanje aangesteld de Graaf VAN DEN BERGH en PHILIP DE CROY.
16. Graaf ERST CASIMIR, in 't Jaar 1620, die snheuvelde in ’t Jaar 1632.
17. Graaf HENDRIK CASIMIR, in ’t Jaar 1632.
18. Graaf WILLEM FREDRIK, in ’t 1640.
19. Prins HENDRIK CASIMIR, in ’t Jaar 1664; wordende deeze, in 1675, tot Erfstadhouder verklaard, en gevolgd door zijnen zoon
20. Prins JOHAN WILLEM FRISO, in ’t Jaar 1 707.
21. WILLEM CAREL HENDRIK FRISO, Prins van 0ranje enz. geboren na den dood van zijns Vaders, onder Voogdijschap zijner Moeder, tot in ’t Jaar 1731.
22. WILLEM DE V, aanvaardde *t Stadhouderschap in ’t Jaar 1766.
Van alle welke mannen door ons, op hunne bijzondere Artijkelen, naar maate hunner verdienden, reeds gewag gemaakt is of nog gewaagd zal worden; waar uit men zal konnen opmaaken, welke voor of nadeelen men, on. der deeze of geenen, als Stadhouders, getrokken heeft.