was de Gemalin van CHILPERIK DEN I, koning der Franken; een Schepzel, dat eer den naam van een Helsche Furie, dan die van Vrouw waardig was. — Niemand was ooit eerloozer, onkuischer, wreedaartiger dan zij. Afkomstig van het laagste zoort van menschen in Pikardie, was zij eerst de dienaresse en daarna de vrouw, en volslagen meesteresse van den Koning. — CHILPERIK had reeds vijf kinderen bij ANDOUARIA: FRENEGONDE wist den Koninig zodanig te believen dat hij ANDOUARIA verliet, en zig met haar in den Egt begaf.
CHILPERIK daarna het oog geslagen hebbende op GALSONTA, oudste dogter van den Koning der Wisigothen in Spanje, deed FRENEGONDE, om haar en ANDOUARIA uit den weg te ruimen, de eene op haar bed vermoorden, en de andere in den droom verdrinken. Daarna blies zij haaren Gemaal alle onregtvaardige ontwerpen in, tegen zijne onderdaanen, dezelve met schattingen belastende, om oorlog te voeren tegen zijnen broeder, welken hij tot viermaalen toe hervatte; dan de laatste reize het te kwaad krijgende, werd hij, door SIGEBAL, binnen Doornik belegerd, alwaar hem niets overig was, dan de moed van FREDEGONDE. Zij deed, door twee gehuurde Moordenaars, SIGEBERT ombrengen; en daarna MEROVEUS,den Zoon van CHILPERIK, mede van kant maaken, die getrouwd was, met zijne Moei BRUNEHAUD. Hier mede nog niet vergenoegd, deed zij haaren Gemaal vermoorden, omreden dat hij haar overspelig gedrag ontdekt had.
Dit verrigt hebbende, begaf zij zig naar Parijs, daar zij zig onder de bescherming stelde van GONTRAM. Om haare bloedschendige oogmerken te voldoen, trachte zij BRUNEHAUD en CHILDEBERT insgelijks van 't leeven te berooven; doch haar plan niet kunnende ten uitvoer brengen, maakte zij een magtige toerusting ten Oorlog, ontnam CHILDEBERT Soissons, versloeg zijne Krijgsbenden, verwoestte Champagne, en hernam Parijs en andere nabuurige Steden. Na de maate haarer ondeugden vervuld te hebben, stierf deeze eerlooze vrouw, in het Jaar 597. Zie de Fransche Chronijk, MIRAEUS en anderen.
