gebooren te Grijpskerken, in Zeeland, een van de grootste en uitmuntenste Mannen en Regtsgeleerden, welke ooit in de Nederlanden te voorschijn zijn gekoomen. Volgens zommigen was hij de zoon van een gemeen’ Schipper; doch, volgens anderen, afkomstig uit een aanzienlijk gedacht, in Beijeren. Beide gevoelens kunnen waar zijn , vermids de ondervinding daaglijks leert, hoe de gedachten rijzen en daalen.
Het zij hij edel, of onedel van afkomst ware, overedel was hij van geest en verdienden. Te Leuven, daar hij zijne Studien aanvaardde, had hij tot Leermeesters ARNOLDUS DEBEKA en PETRUS DE THENIS. Op den n Junij van het Jaar 1493, werd hij tot Doctor in de beide Regten verklaard, en gaf aldaar, eenige Jaaren, onderwijs in dezelve. ERASMUS en meer anderen roemen zijn zonderling geheugen en geleerdheid.
Eerst was hij, in het Jaar 1498, te Brussel, Rechter in Kerklijke zaaken, of Officiaal, van den AartsBisschop Kamerijk; daarna Deken van de Collcgiaale Kerk van St. Guido; vervolgens Deken van St. Gedula , te Brussel. Van daar werd hij beroepen, eerst naar Mechelen , tot Raadsheer inden Hoogen Raad der Oostenrijksche Nederlanden, en, in het Jaar 1509, tot President van het Hof van Holland en Zeeland, welk ampt hij, geduurende den tijd van 18 Jaaren, met allen lof bekleedde. Waarnaa hij door zijne Keizerlijke Majesteit KAREL DEN V, in zijnen voorgaanden post, te Mechelen, werd te rug ontboden. In het bekleeden van alle deeze ampten ging hem de roem na, dat hij nooit iets verrigtte, om winst, om eigen glorie, of ter gunste van magtige vrienden; en dat hij, om een geding te winnen, nooit zig bediende van valsche of looze kunstjes,in de Rechten gebruikelijk. Hij overleed, in het Jaar 1532.
In zijn Huwelijk, met ELISABETH VAN BLYOUL, of BLYOUT, heeft hij gewonnen agt Kinderen: als, drie Dogters, onder welk eene Non was, ISABELLA genaamd, die Moeder in het St. Aagten Klooster, te Delft geweest is, en vijf Zoonen, allen Mannen van uitsteekende Geleerdheid, en onder deeze PETRUS HIERONIMUS, der beiden Rechten Doctor, te Leuven, daarna Pastoor te Vlissingen, en vervolgens Abt te Middelburg. EVERHARD, welke , in het Jaar 1515 , President van het Hof van Holland was , was spreeker van Keizer KAREL DEN V, bij deszelfs huldiging te Dordrecht, als Graave van Holland, De drie andere Zoonen zijn mede vermaarde Mannen en voortreffelijke Latijnsche Dichters geweest.Bij de Geleerden zijn deeze Mannen ook bekend bij den naam van NICOLAI. Ondertusschen gelooven wij dat zij van den weg af zijn, die EVERHARD NICOLAI, en NICOLAAS EVERHARD voor één en denzelfden persoonhouden,en NICOLAUS GRADIUS, ADRIANUS MARIUS en JOHANNES SECUNDUS voor drie Zoonen van NICOLAAS EVERHARDI willen doen doorgaan. Dit alleen is zeker, dat deze drie mannen goede vrienden, vermaarde Digters en Raadsheeren van Keizer KAREL DEN V, doch geenzins, dat zij broeders geweest zijn, zo als LA RUË, in zijn Geletterd Zeeland, beweert.
Zie VAL. AND.; W.VAN COUTHOEVEN, Hollandsche Chronijk.
