was Secretaris of Klerk op het Staaten-Comptoir te Middelburg. ‘t Geen zijnen naam, bij de nakomelingschap, in geheugen heeft doen blijven, was zijn uitmuntende bekwaamheid in de schrijfkunst, waarvan, naar men zegt, zijns gelijken nooit geweest is. In verscheiden aanzienlijke huizen, te Middelburg, zijn nog overblijfzels daarvan te vinden.
Onder alle de gedenkstukken zijner kunst munt uit, een boek in folio, langen tijd behoord hebbende aan den Heer J. LE ROIJ; hetzelve heeft ten tijtel, Cobst baart Nijd, en bevat in zig vijfentwintig stukken perkament, waarop de verscheidenheid van allerleije groot en klein schrift, met den zonderlingen gladden en vasten zwier van getrokkene letteren en figuuren, als onder elkander om den prijs dingt.De vader van dezen voortreffelijken kunstschrijver voerde denzelfden naam, en verstond de schrijfkunst mede meesterlijk. De zoon overleed in zijne geboortestad Middelburg, den 3den December des jaars zeventien honderd en vier.
Zie P. DE LA RUE, Geletterd Zeeland, p. 480.
