Het geslachte van CATS, is, van zeer oude tijden af, een der voornaamste van Holland en Zeeland, en altoos in groot aanzien geweest. Men leidt deszelfs oorsprong af van de Catten (Hessen), die men voor de eerste bevolkers dezer Landen houdt.
Door de afstammelingen van die allereerste Catten, werd de eerdergemelde Stad Cats, in Zeeland, op Noord-Beveland, gebouwd. De eerste, die uit dezen stam bekend is, was GISBERTUS VAN WALLE, die geleefd heeft ten tijde van Graaf FLORIS, bijgenaamd DE VETTE, en gestorven is in ‘t jaar elf honderd drie-en-twintig, GOZEWINUS, Vrijheer van Cats, was (1223) eerste Edele van Zeeland, vertoonende alleen de Ridderschap dier Provintie. NICOLAAS VAN CATS voerde (1270) den tijtel van Vrijheer van Cats, Catshouk, Oud en Nieuw Cats, Catsrak, Emelisse en Welle, van het Eiland Duiveland, en ‘t Land van Cadzand, Ossendrecht, Boerepas, Lopik. Deze was ook Gouverneur van Graaf FLORIS, Heer van de Steden Gouda en Schoonhoven. Uit het voorgemelde ziet men, dat ’er, behalven Cats en Cattendijke, nog meer andere plaatsen in Zeeland geweest zijn, die de geheugenis der Catten, in deze gewesten, levendig hielden: als Oud Cats in Zeeland; in Holland, Catwijk, Catswoude, Catdijk, enz. En hier uit zou men, met den jongen DOUZA, ook wel mogen gissen, of de Zeeuwen niet mede onder de Batavieren behoord, en uit een zelfde volk afkomstig waren. Ten minsten zou men, zonder verre van het spoor te dwaalen, kunnen gelooven, dat een gedeelte der Catten ook Zeeland bewoond heeft; welk laatste, echter, minder tegenstand zal vinden, dan wel het eerste.
De Heer W. TE WATER zegt, in zijn Adelijk Zeeland, dat in het Wapenboek van den Heer VAN TIENHOVEN, te vinden zijn twee geslachten van Cats, het eene genaamd met de zwarte Kat, voerende tot wapen een zwarte Kat op een gouden veld, reeds voor lang uitgestorven, voerende den naam van eerdergemelde Heerlijkheid; het andere den naam van Weldamme, voortijds een Parochie in ‘t Eiland Schouwen. De oudste daarvan word WILLEMAN VAN WELDAMME genoemd (1300); een ander van dien naam was Ridder (1380), Houtvester van Holland (1393), en Baljuw van Amstelland; hebbende de afstammelingen, naar hunne goederen, de naamen aangenomen van Cats van Sijmonskerke.