Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BURMANIA, UPCO VAN

betekenis & definitie

de zoon van HERO, en van EMKE GLINTZ, was één der zamenverbonden Edelen, en werd, in het jaar 1568, zo wel als zijn oom, te Antwerpen gedaagd, en niet verschijnende, gebannen. In beter tijd in Friesland wedergekeerd zijnde, verscheen hij, van tijd tot tijd, in de vergaderinge der Staaten, en was, in het jaar 1568, één der gevolmagtigden van Oostergo. UPCO verliet den Godgsdienst zijns vaders, en voegde zig bij de Hervormden: waardoor hij den bijnaam van Lijtze, of het kleine Geuske verkreeg.

Zo wel als zijn broeder SIJBRAND, was hij beroemd als een verdediger der vrijheid, doch vooral wegens zijne geleerdheid. Hij heeft geschreeven eene Verhandeling over de Friesche Adel; Geslachtlijsten der Heeren van Friesland; hunne Geschiedenissen tot op Karel den Grooten, enz. Hij overleed in het jaar 1615, en legt, met zijne huisvrouwe RINKS ROORDA, begraaven te Stiens, alwaar men op de grafzerk leest:

Hic cubat ad festas Vpco Burmania luces,


Et sociata suo Rinskia Roorda viro.

Zie TE WATER, Verbond der Edelen, I. Stuk, bl. 309. Volgens medegedeelde berichten van den Heer H. VAN BURMANIA.

< >