Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BUNSCHOTEN, de HEERLIJKHEID van

betekenis & definitie

waaronder, behalven Spakenburg en Dijkhuizen, twee Ambachten aan de Zuiderzee, nog behooren de Bloklandsche, de Frans Jacobsche en de Nicolaas Polder; voorts nog het Bunschooter Veen. Deze Heerlijkheid beslaat de grootte van twee duizend een honderd vijf-entagtig Morgens; paalende ten Oosten aan Gelderland, ten Noorden aan de Zuiderzee, ten Westen aan de rivier de Eem, en ten Zuiden aan Eemland, de Haar en Neerduist. In Bunschoten werden, in het jaar 1748, honderd-zes-en-zeventig huizen geteld. Het behoorde toen aan den Heere JAN VAN VEEREN.

< >