als een der Gecommitteerde Raaden van de Staaten van Holland, Burgemeester van Leiden, en tevens een der vier-en-twintig gedelegeerde Rechters over OLDENBARNEVELD en DE GROOT, waarover hem, volgens het schrijven van BRANDT, in de Historie der Rechtspleeging, door zeker’ Remonstrantsch Koster te Leiden, een vinnig verwijt gedaan werd. Gemelde BRANDT, van het afsterven van BROEKHOVEN gewag maakende, verhaalt dat hij zulk een harden dood had, dat hij tegen de omstanders zou hebben uitgeroepen: Ik heb veel
Vijanden, maar ik ben verzekerd, dat als zij mijn lijden zagen of wisten, zij met mij nog medelijden zouden hebben.
Zie het gemelde boek, p. 66, 253, 254 en 258.