of Breede-Aa. De Baronnie, die dezen naam draagt, grenst ten noorden aan Zuid-Holland, en in ’t bijzonder aan de Heerlijkheden Geertruidenberg, Hooge Zwaluwe en Zevenbergen; ten oosten aan de Meiierij van ’s Hertogenbosch; ten zuiden aan ’t land van Turnhout, ’t Graafschap Hoogstraaten, en ’t land van Reijen ; en ten westen aan ’t Markgraafschap van Bergen op den Zoom. De lengte dezer landstreeke, van het oosten tot het westen, wordt op negen uuren gaans bepaald, en de breedte, van het noorden naar ’t zuiden, op bijna zeven uuren; voort de geheele omtrek op agt-en-twintig uuren. De grond word gezegd zeer vruchtbaar te zijn, in het voortbrengen van graanen; hebbende boven dien goede weilanden, hoewel de beesten ’er zig meest voeden met het geen zij langs de wegen vinden.
Hout was ’er zeer welig. De Schaapenteelt is 'er talrijk. Het wild, dat ’er overvloedig is, houdt men voor het smaaklijkste; de Bredasche Kapoenen zijn alom geroemd. De riviertjes, die de Baronnie bewateren, zijn de Donge, de Aa, of Weerreis. De Mark neemt zijnen oorsprong in het Graafschap Hoogstraaten; loopt door een groote Sluis in de Stad Breda; ontvangt vervolgens eenige vaarten; stroomt daarmede voorbij Zevenbergen, den Oudenbosch en ‘t Zant naar buiten, alwaar zij de Barlaak, gemeenlijk de Blaak, genaamd wordt, en valt vervolgens in den Dintel, die zig bij Prinseland in ’t Volkerak ontlast. Langs dezen is al de vaart van daar naar Holland en Zeeland. De Donge ontstaat in de Meijerije van Turnhout, en loopt bij de Stad Geertruidenberg in den verdronken Zuidhollandschen Waard, De Weerreis, Wegreis of Aa, die zig bij Breda met de Mark vereenigt, neemt zijnen aanvang uit de Heide, in ’t land van Reijen. Door deze Baronnie loopen verscheidene andere beekjes, die de op zig zelven schoone landsdouw zulk een sieraad bijzetten, dat Prins MAURITS deze streek zijn Brabandsch Paradijs plagt te noemen.Deze Baronnie is eene zeer oude Heerlijkheid; zij maakte voorheen een gedeelte van het Graafschap Strijen in. Als eigenaars daarvan staan bekend; WITGER, Graaf van Strijen, daaraan gekomen door ervenis van GEERTRUID, dochter van PIPIJN, eerste vrouw van dit gewest. WITGER DE EERSTE, die stierf Ao. 680. WlTGER DE TWEEDE, in 700, en WITGER DE DERDE, Ao. .... WALBERT, getrouwd met KUNEGONDA, dochter van DIRK, Graave van Kleef en Teisterband, stierf 759. WITBERT stierf in .... ELBERT STierf 840. WlTGER DE VIERDE, 888. WlTGER DE VIJFDE …. HELSONDIS, gehuwd met ANSFRIED, Graaf van Teisterband en Huy, welke beiden naderhand den Geestlijken Staat aanvaard hebben. ANSFRIED werd Bisschop van Utrecht, en HELSONDIS STichtte, in 992, het klooster te Thoor. BENEDICTA, Graavin, en eerste Abdis van ’t gemelde klooster, overleede in ’t jaar 1000. RANIGIR, haar broeder, verdeelde zijn Graafschap, in 1039, tusschen zijne twee zoonen, schenkende Strijen aan LAMBERT, en
Breda aan HENDRIK.
HENDRIK voornoemd, de eerste Heer van Breda, stierf 1090.
ENGELBERT overleed …. HENDRIK DE TWEEDE stierf in 1125. ARNOUT, 1150. GODEVAART …. GODEVAART DE TWEEDE, gaf zig met zijn land in Leenmanschap aan zijn’ behuwd’ neef, den Hertog van Braband, in 1190 en 1212, en stierf in 1216. GODEVAART DE DERDE STierf 1223. HENDRIK STierf kort daarna. GODEVAART DE VIERDE stierf 1246. HENDRIK DE DERDE, omtrent 1260 gestorven. HENDRIK DE VIERDE stierf in het jaar 1270. ALEIDA stierf, met haaren man HENDRIK VAN LOVEN, in 1272. RASO VAN LEIDEKERKE, eerste Heer van Boelaar, naderhand van Breda, stierf zonder kinderen, in I312. PHILIPS, na den dood zijns broeders, Heer van Breda, stierf Ao. 1324. ADELISSE, zijne dochter, getrouwd met GERARD, Heer van Rasseghem, Heer en Vrouw van Breda. Deze verkocht het land van Breda aan Hertog JAN VAN BRABAND, die het gaf, Ao. 1339, aan WILLEM VAN DUIVENVOORDEN, Heer van Oosterhout, welke het bezat tot in den jaare 1350, wanneer hij het verkocht aan JAN VAN POLAANEN, Heer van der Lek, voor drie en-veertig duizend guldens hallingen.
JAN VAN POLAANEN, Heer van der Lek, overleed in het jaar 1384. JAN VAN POLAANEN de Tweede, trouwde eerst met MARIA, bastaart van JAN, Hertog van Braband, en daarna met ODILIA, Gravinne van Solms; hij stierf Ao. 1394. JOHANNA, een dochter uit zijn tweede huwelijk, trouwde, in 1403, met Graaf ENGELBERT VAN NASSAU; deze stierven 1443 en 1446 ; JAN VAN NASSAU, getrouwd met MARIA, Gravinne van Loon, overleed 1475. ENGELBERT DE TWEEDE, Graaf van Nassau, stierf zonder kinderen, Ao. 1504. HENDRIK, Graaf van Nassau, werd, na den dood van zijnen oom ENGELBERT, Heer van Breda, en stierf 1530. REINIER, Graaf van Nassau, werd, na het afsterven van zijnen moederlijken oom PHILEBERT VAN CHALONS, Prins van Oranje, Heer van Breda, en stierf 1544. WILLEM DE EERSTE, volgens testament van REINIER VAN NASSAU, tot Heer van Breda aangesteld, stierf 1584. PHILIP WILLEM, oudste zoon van Prinse WILLEM DEN EERSTEN, Heer van Breda, stierf zonder kinderen, Ao. 1618. MAURITS, Prins van Oranje, stierf 1625. FREDRIK HENDRIK, 1648. WILLEM DE TWEEDE overleed 1650. WILLEM DE DERDE, Ao. 1702. JOHAN WILLEM FRISO, 1711. WILLEM KAREL HENDR1K FRISO, overleeden in 1751, werd opgevold door zijnen zoon, den tegenwoordigen Erfstadhouder, Prins WILLEM DEN VIJFDEN, geboren den 8sten Maart 1748.
De oppermagt over deze Baronnie, niettegenstaande zij, van tijd tot tijd, door zulke uitmuntende Baronnen is bezeten, behoort aan de Algemeene Staaten, die ’er dezelfde lasten heffen, als in andere Generaleitslanden. De Baron van Breda, als Leenman van Hunne Hoog Mogende, moet, bij de aanvaarding, zijn Leen voor den Raad van Braband komen verheffen. Dit niettegenstaande bezit hij ’er aanzienlijke voorrechten, zo van aanstellinge der regeeringspersoonen in de Stad en ten platten lande, als de verkooping der ampten in de geheele Baronnie, die hem jaarlijks aanzienlijke sommen opbrengen. Ook behooren aan hem alle koornmolens, in de Stad en op ’t Land. Zijne inkomsten worden bovendien nog grootlijks vermeerderd, door de Tienden en Heere-rechten; door de Kerklijke goederen, die hem meestal toebehooren, doch uit de eene helft van welke de jaargelden der Predikanten, Voorleezers, Schoolmeesters en Organisten, zo in de Stad als op het Land, betaald moeten worden, wordende de andere helft van die tractamenten door den Raad! van Staaten betaald. In de Baronnie van Breda telt men, behalven de Hoofdstad, agttien Vlekken en Dorpen; het getal der bewooners wordt begroot op dertig duizend en agt honderd. Eer wij tot de bescbrijving van de Stad overgaan, zullen wij het Kasteel beschouwen.