Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Gepubliceerd op 30-01-2024

BRANDT, KASPER

betekenis & definitie

geboren te Nieukoop, den 25sten Junij 1653. Te Hoorn, alwaar wij in ’t voorige Art. gezien hebben, dat zijn vader beroepen was, oefende hij zig naarstig in de Nederduitsche en Latijnsche taalen, en met dezen zelfden ijver vervolgde hij zulks te Amsteldam. In 1669 begaf hij zig tot het hooren van hoogere lessen, onder den vermaarden PH.

VAN LIMBURG. Zijne studiën voleindigd hebbende, werd hij, in ’t jaar 1675, tot den predikdienst bekwaam gekeurd, en kort daarna onder de Remonstranten te Schoonhoven beroepen; drie jaaren. daarna te Hoorn, verder te Alkmaar, te Rotterdam, en eindelijk te Amsteldam, alwaar hij overleed den 5den October 1696, in den ouderdom van drie-en-veertig jaaren. Hij had drie vrouwen gehad: I.) SARA ZWAARDEKROON. II. LEONORA TONGERLO en III.) AGNETA PAATS. In zijn eerste huwelijk verwekte hij: 1. SUSANNA, 2. CHRISTINA; en in het tweede GERARD BRANDT. Zijne nagelatene schriften zijn; Over het Onzen Vader; Boeten Bede-stoffen; twee-en-dertig Predicatiën; voorts zijne Poëzij; en ’t leven van J. ARMINIUS, in de Latijnsche taale geschreeven. Zijn afbeeldzel gaat in prent uit, door j. HOUBRAKEN.

< >