eene vrije grondheerlijkheid, liggende twee uuren ten Zuid-Oosten der Stad Heusden, aan de rivier de Maas. Hoewel het zo nabij Heusden legt, behoort zij ’er, echter, niet toe, ook niet tot Holland, Gelderland of Staatsch Braband, maar tot het Prinsdom van Luik. Sommigen geeven haar den naam van Graafschap; evenwel is het niet meer dan eene Heerlijkheid, bestaande in een klein Dorp en een geweldig zwaar Kasteel. De Kerk is een groot gebouw, dat door de Roomschgezinden, tot de oefening van hunnen Godsdienst, gebruikt wordt.
Geduurende den Spaanschen oorlog is het Kasteel, dat van een grooten omtrek is, ten onbruike geraakt; men ziet ’er niets van, dan de overblijfzels van zwaare torens, gewelfzelen en dikke muuren, die zig door hunne hoogte vrij verre vertoonen; zij zijn rondsom met een breede watergraft omvangen. De voorpoort alleen is nog ruim genoeg om de bezitters van hetzelve te huisvesten.Zie BACHIENE, A, bl. 500.