een soort van Schepen of Vaartuigen, in der haast opgeslagen, om schielijk de vereischte kundschap van den vijand intehaalen; of wel om in de ondiepe wateren en stroomen, door af en aanvaaren, toevoer aan de groote Schepen te brengen.
Zulk slag van Vaartuigen, vindt men allereerst gebruikt te zijn, ten tijde van Graave WILLEM DEN VI, in zijnen oorlog tegen REINOUD van Gelder, en ook nog onder de Regeering van Gravinne JACOBA, waarmede, ten dien tijde, de Eem bezet werd, om Amersfoort uittehongeren. Ieder stad stond toen onder bepaaling van zeker getal dergelijke en andere Vaartuigen; het welk ook nog laater plaats had. Men zie het geen ik van dat getal aangetekend heb in mijne Amsteldamsche Jaarboeken, I. Deel, bl. 196 en 197.