Alijd, Alijt, heeft het leeven ontvangen van Magteld, Dogter van Hendrik, Hertog van Lotharingen en Braband, bij haaren Echtgenoot Graaf Floris den IV. Jan van Avennes trouwde met Adelheid, om eenen steun te hebben tegen de onrechtvaardigheid zijner moeder, die op de kinderen van haaren tweeden man, Dampier, het Erfrecht tragte over te brengen.
Hier in stelde hij groote verwachting, alzo Vrouw Ahelheid de naaste bloedverwante was van den Roomsch’ Koning Willem. Naa dat Graaf Floris, in 1258, aan eene wonde, in het Tournoijspel bekomen, te Antwerpen overleeden was, werd zij Voogdesse over haaren minderjaarigen Neef, Graaf Floris den V. De Zeeuwen erkenden haar in deeze waardigheid; doch de Staaten van Holland, geene Vrouwelijke Heerschappij duldende, zetteden zig hier tegen, en verleenden dit bewind aan Graaf Otto van Gelder, afkomstig uit den Doorluchtigen Huize van Nassau. Dit gaf aanleiding tot de verregaande twisten, en die verwoestende opvattingen der Kennemers, „om alle de Edelen te moeten uitroeien.”’Er ontstond een bloedige strijd tusschen beide partijen, in Zuidbeveland; doch het lot der Wapenen was voor Adelheid even ongelukkig, als haar laatste leeftijd. Want, naa dat de Jonge Graaf Floris, met de Vlamingen, in een Verbond gekomen, en Graaf Otto, onder toestemming der Staaten, van zijne Voogdije was ontslagen, werd deeze Vrouwe wel eerst begunstigd met de Regeeringszorg, doch eindelijk, met smaad, uit het bewind gezet, en verpligt, in den Jaare 1075, Holland te ontruimen. Wij moeten, met andere, bekennen, dat ons de tijd van haar sterven even onzeker voorkomt, als de oorzaak, waar door Graaf Floris tot zulk een onbezonnen drift is aangezet geweest.
Zie ALTING. WAGENAAR. Brief van Hertog Philips, van 31 Louwmaand 1340. J. ROSE, Memorieboek, fol. 81. VOSSIUS, Jaarboeken.