- keuren
- keutelen
- keuvelen
- keveren
- keyloggen
- kezen
- kibbelen
- kickboksen
- kicken
- kidnappen
- kieken
- kielen
- kielhalen
- kiemen
- kienen
- kiepen
- kieperen
- kieren
- kieskauwen
- kietelen
- kiezen
- kiften
- kijken
- kijven
- kikken
- kikkeren
- killen
- kimmen
- kippen
- kirren
- kissebissen
- kissen
- kisten
- kiteboarden
- kiteskaten
- kiteskiën
- kitesurfen
- kitsen
- kittelen
- kitten
- klaarhangen
- klaarhouden
- klaarkomen
- klaarkrijgen
- klaarleggen
- klaarliggen
- klaarmaken
- klaarspelen
- klaarstaan
- klaarstomen
- klaarzetten
- klaarzitten
- klabetteren
- kladden
- kladderen
- kladschilderen
- klagen
- klakken
- klampen
- klaplopen
- klappen
- klapperen
- klappertanden
- klapwieken
- klaren
- klasseren
- klateren
- klauteren
- klauwen
- klaverjassen
- kledderen
- kleden
- kleien
- kleineren
- kleinkrijgen
- kleinmaken
- kleinsnijden
- kleinzen
- klemmen
- klemrijden
- klemzetten
- klepelen
- kleppen
- klepperen
- klessebessen
- kletsen
- kletteren
- kleunen
- kleuren
- kleuteren
- kleven
- kliederen
- klieken
- klieren
- klieven
- klikken
- klikklakken
- klimatiseren
- klimmen
- klingelen