Ensie

Altaren voor iemand (of; iets) bouwen (spreekwoord)
Alter alterius auxilio eget (spreekwoord)
Alter frenis eget, alter calcaribus (spreekwoord)
Alternant spesque timorque vicem (spreekwoord)
Alti. (afkorting)
Altijd aan de buitenkant hangen blijven (spreekwoord)
Altijd bout eten (spreekwoord)
Altijd brood eten verdriet ook (spreekwoord)
Altijd brood te eten verdriet ook (spreekwoord)
Altijd de dwarsfluit spelen (spreekwoord)
Altijd een baksel ten achter zijn (spreekwoord)
Altijd een ditje of een datje hebben (spreekwoord)
Altijd een ei of een kieken (spreekwoord)
Altijd een oordje in de schaal te leggen hebben (spreekwoord)
Altijd en eeuwig (spreekwoord)
Altijd het laatste woord willen hebben (spreekwoord)
Altijd hetzelfde en is geen aardigheid (spreekwoord)
Altijd met een nascheepje komen (spreekwoord)
Altijd midden in bed willen liggen (spreekwoord)
Altijd op dezelfde nagel kloppen (spreekwoord)
Altijd op dezelfde snaar zagen (spreekwoord)
Altijd op een drijvende kiel zijn (spreekwoord)
Altijd op hetzelfde aambeeld slaan (spreekwoord)
Altijd op hetzelfde aanbeeld slaan (spreekwoord)
Altijd op hetzelfde aanbeeld slaan (of: hameren) (spreekwoord)
Altijd op hetzelfde thema terugkomen (spreekwoord)
Altijd op één been knagen (spreekwoord)
Altijd steekspel maken (spreekwoord)
Altijd ten vullen dosse gaan (spreekwoord)
Altijd voor de eb en nooit voor de vloed zijn (spreekwoord)
Altijd ziek of onderweg zijn (spreekwoord)
Altissima quaeque flumina minimo labuntur sono (spreekwoord)
Altramij. (afkorting)
Alu. (afkorting)
Aluchemie (afkorting)
Alvorens te ondernemen, overweeg of je kunt volhouden (spreekwoord)
Alweer van voren af aan, zei de koster van Garrelsweer (spreekwoord)
Am. (afkorting)
Am. Asn. Sci. (afkorting)
Am. Med. Ass. (afkorting)
Am. bar. (afkorting)
Am.J.Med (afkorting)
Am.bar. (afkorting)
Ama et fac quod vis (spreekwoord)
Amacu. (afkorting)
Amal. (afkorting)
Amals. (afkorting)
Amantes amentes (spreekwoord)
Amanti nihil difficile (spreekwoord)
Amare et sapere vix deo conceditur (spreekwoord)
Amb. (afkorting)
Ambac (afkorting)
Ambages narras (spreekwoord)
Ambt. (afkorting)
Ambt.w (afkorting)
Ambt.w. (afkorting)
Ambten en posten hangen niet aan de boom, maar wel aan de kruiwagen (spreekwoord)
Ambts. CvK (afkorting)
Amco. (afkorting)
Amechtig zijn van de warmte (spreekwoord)
Amen op iets zeggen (spreekwoord)
Amen zeggen (spreekwoord)
Amend (afkorting)
Amend. (afkorting)
Ametek Inc. (afkorting)
Amexco (afkorting)
Amfapo. (afkorting)
Amfec (afkorting)
Amicitiae immortales, mortales inimicitiae debent esse (spreekwoord)
Amico amicus (spreekwoord)
Amicum esse unum animum in duobus corporibus (spreekwoord)
Amicus Plato, sed magis amica veritas (spreekwoord)
Amicus certus in re incerta cernitur (spreekwoord)
Amicus est tamquam alter ego (spreekwoord)
Amicus optima vitae possessio (spreekwoord)
Amivedi. (afkorting)
Aml (afkorting)
Amlufa. (afkorting)
Amok maken (spreekwoord)
Amor est parens multarum voluptatum (spreekwoord)
Amor sceleratus habendi (spreekwoord)
Amor vincit omnia (spreekwoord)
Amper onder en boven de broek uit komen kijken (spreekwoord)
Amper zijn hielen gelicht hebben (spreekwoord)
Ampere (afkorting)
Amphibat (afkorting)
Amr (afkorting)
Amsab-ISG (afkorting)
Amst. (afkorting)
Amtorg. (afkorting)
Amtttex. (afkorting)
AmvB (afkorting)
An nescis longas regibus esse manus? (spreekwoord)
An nescis, mi fili, quantilla prudentia mundas regentur? (spreekwoord)
An non delirat homo mittens in mare fontem? (spreekwoord)
An. (afkorting)
An. C. (afkorting)
An. of Annex (afkorting)
An.C. (afkorting)
Ana-patho. (afkorting)