(suborde Adephaga), met spitse, dolkvormige bovenkaken. Grote loopkevers (geslacht Carabus) Heupen van de achterste poten bedekken het 1e achterlijf segment (zie kleine loopkevers). Schouders en dekschilden steken niet echt uit. Variërend van kleur. L meer dan 20 mm. Bewegen zich snel. Vreten insekten, wormen, slakken etc. In tuinen, akkers, bossen. Onder stenen, in vermolmd hout etc.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
