Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

Gepubliceerd op 04-10-2024

tarik

betekenis & definitie

gaja tarik K, trekkracht; (in vele samenstellingen en verbindingen = menarik); bertarik-tarik tali, touwtrekken;

menarik,

1 trekken, aantrekken, optrekken; uittrekken, rekken; menarik akar, worteltrekken; menarik bétja, ’n betja besturen; menarik diri, (zich) terugtrekken; menarik kesimpulan, ‘n conclusie trekken, concluderen; menarik urat léhér, 't been stijf houden;
2 (menarik hati) aantrekken, boeien(d); aantrekkelijk, interessant;
3 (menarik suara, njanji, ’n lied enz) aanheffen; menarik napas, inademen;
4 (menarik padjak, hutang) innen, in vorderen; (geld) ophalen, collecteren; (ergens iets) uithalen, profiteren, winst maken; menarik ongkos, bezuinigen; kostbaar;
5 (iemand) betrekken (in); menarik langkah seribu, zich uit de voeten maken; mempertarikkan, wegsleuren;

tertarik (kepada),

aangetrokken tot, voelen voor, houden van; geïnteresseerd, belangstellend, geboeid enz;

penarikan,

trekking (van rivier; loterij); menarik diri, terugtrekking; penarik, trekker enz; menarik bétja, bétjabestuurder.

< >