Wat is de betekenis van Tarik?

2025-07-23
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

tarik

gaja tarik K, trekkracht; (in vele samenstellingen en verbindingen = menarik); bertarik-tarik tali, touwtrekken; menarik, 1 trekken, aantrekken, optrekken; uittrekken, rekken; menarik akar, worteltrekken; menarik bétja, ’n betja besturen; menarik diri, (zich) terugtrekken; menarik kesimpulan, ‘n conclusie trekken, concluderen; menarik urat léhér,...

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Tarik

Tarik - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2025-07-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Tarik

Mohammedaansch gouverneur van Tanger; stak in 711 met een leger van Berbers en Arabieren over naar Algeciras, tegenover den naar hem genoemden heuvel ➝ Gibraltar (Dzjebal Tarik), en veroverde het grootste gedeelte van Spanje (zie ➝ Jerez de la Frontera, en ➝ Spanje, sub gesch.). Later viel hij in ongenade.

2025-07-23
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tarik

Tarik - vrijgelatene en onderbevelhebber van den Arab. stadhouder van N.-Afrika, Moesa; voerde 711 na C. eenige duizenden Arabieren naar Spanje; van Gibraltar (dat zijn naam aan hem ontleent) rukte hij voort naar Cadix en versloeg 19 Juli 711 het leger der West-Goten onder Roderik en veroverde vervolgens Cordoba en de hoofdstad van het W.-Gotische...

2025-07-23
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Tarik

Tarik, een Arabisch veldheer, een zoon van Zejad, werd in 711 na Chr. door Moesa, opperbevelhebber der Arabieren, met 12000 man naar Spanje gezonden en landde bij Gibraltar (Gebel al Tarik of Rots van Tarik), overwon in den zevendaagschen slag bij Xeres de la Frontera (19—26 Julij 711) de West-Gothen onder Roderik, veroverde het grootste gedeelte v...

2025-07-23
Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Tarik

veldheer. Zie TABIF.