Een hermeneia (gr. voorbeeldenboek) is een schildershandboek voor iconenschilders. In het Russisch heet zo’n voorbeeldenboek podlinnik. Omdat de gelijkenis met het oerbeeld essentieel is voor het wezen van de icoon, werkten iconenschilders van oudsher naar voorbeelden van hun voorgangers. Later maakten zij ook gebruik van voorbeeldboeken. De oudste schilderboeken zijn in de zestiende eeuw ontstaan op Byzantijns en Russisch grondgebied. De boeken zijn ingedeeld volgens de kerkelijke kalender (beginnend op 1 september); voor iedere dag van het kalenderjaar worden de heiligen of kerkelijke feesten beschreven, met hun voortekeningen, de juiste inscriptie en aanwijzingen voor kleurkeuze van de gewaden en achtergrond. Ze bevatten informatie over schildertechnieken, materialen, recepten en andere technische gegevens. Heiligen worden beschreven zoals ze op iconen geschilderd moeten worden, bijvoorbeeld: ‘30 augustus – de heilige martelaar Felix: jong, het haar en het gezicht zoals de aartsengel Gabriël, een monnikspij, in de ene hand een kruis, in de ander een schriftrol’. Het bekendste schildershandboek uit de Griekse wereld is het Schilderboek van de berg Athos. Het zou in 1468 zijn geschreven door een zekere Dionysius van Foerna. Het bestaat uit vier delen:
1. schildertechnieken, inclusief de techniek van het calqueren
2 + 3: iconografische thema’s
4. beeldprogramma’s van de Kerken. In Rusland is vooral het Stroganov-schilderboek bekend, verbonden met de naam van het geslacht Stroganov uit het noorden van Rusland.